Duiveland voorbij. De kas raakte zelfs weer goed gevuld en op een extra ingelaste
vergadering besloot men eind 1925 voor 40.000 gulden in effecten te beleggen:
20.000 gulden in een 7,5 procent lening Tsjecho-Slowakije en 20.000 gulden in de
6 procent lening Indië. De beleggingstips verkreeg men onder andere door lezing
van het Nieuwe Algemeene Effectenblad. Sommige commissarissen hadden nogal
hun twijfels bij de verdacht hoge rente op de Tjeko-Slowaakse' stukken en omdat
enige onder hen persisteerden - de nieuwe staat werd niet helemaal vertrouwd -
besloot men voor 5000 gulden over te hevelen naar de stukken Indië.
Gezien de riante rente-ontvangsten besloot men met ingang van 1 januari 1926 (ook)
de bestaande hypotheekrentes van 5,5 en 5,25 procent te verlagen tot 5 procent.
Het Nederlandsch Spaarbank Bureau
Eind 1922 ging het gerucht dat het hoofdbestuur van het Nut van plan was een
Centraal Bureau voor het Spaarbankwezen op te richten. Zierikzee was op voorhand
tegen. De Maatschappij anticipeerde met dit idee waarschijnlijk op een initiatief
van de Spaarbankbond om een Spaarbankbureau op te richten dat in eerste
instantie bedoeld was om de degelijkheid van de beleggingsportefeuilles te contro
leren maar uiteindelijk in verzelfstandigde vorm ook geïnteresseerd was in de
overname van de accountantsdienst van de Maatschappij. Het hoofdbestuur van
de Maatschappij zocht contact met de Spaarbankbond en in 1924 werd met volle
dige medewerking van het Nut het Nederlandsche Spaarbank Bureau opgericht,
waarvan de Zierikzeeënaren na enige aarzeling lid werden. De accountantsdienst
van het Nut met Hamelberg en collega's vormden de kern van het nieuwe bureau,
dat dus volledig los stond van de Maatschappij. Het Spaarbankbureau zou de finan
ciële positie van de bank controleren aan de hand van de balans en de winst- en
verliesrekening. Deze moesten opgestuurd worden, want de accountants kwamen
niet langer aan huis. Het bureau wilde ook het imago van de spaarbanken verbete
ren door landelijke reclamecampagnes. Zo werden er strooibiljetten vervaardigd,
waarop de banken alleen hun eigen naam hoefden in te vullen. Zierikzee bestelde
er tweeduizend om huis aan huis te verspreiden. Er werden artikelen aangeboden
voor plaatsing in de lokale pers. En begin 1926 schonk het Spaarbankbureau een
glasplaat voor aan de buitengevel met de vermelding dat de Zierikzeese bank was
aangesloten bij de Spaarbankbond.
Op 3 augustus 1926 werd een spoedeisende vergadering bij elkaar geroepen. De
reden bleek het twaalfeneenhalfjarig ambtsjubileum van thesaurier Bakker. Men
was eigenlijk een paar maanden te laat want Bakker was al op 8 november 1913
in functie getreden. Het eerste wat de president in zijn feestrede memoreerde was
het feit dat het 'sympathieke' in de opvolging van wijlen mr. Cau was dat 'gij die
functie alleen aanvaardet, onder voorwaarde daarvoor geen geldelyke belooning
te willen hebben'. De commissarissen hadden uit eigen zak een bloemenhulde
laten brengen aan het privé-adres van de alom geprezen penningmeester, maar
voor het echte cadeau had men een greep gedaan in de spaarbankkas. Na de toe
spraak van de president en het dankwoord van Bakker toog men per 'vriendelijk
ter beschikking gestelde auto's langs een omweg naar de woning van den heer
Mr. Bakker' waar het blijvend aandenken een compleet Radio Apparaat het gezel
schap met muziek verwelkomt'. Daarop werd een glas 'eerewijn' gedronken.
Bakker had eerder gememoreerd dat sinds 'zijn optreden op zijn verzoek alle be
langrijke besluiten door gezamenlijke commissarissen zijn genomen', een duidelijke
verwijzing naar de praktijk onder zijn voorganger die nogal eens eigenmachtig
89