rissen dachten aan een grondige verbouwing van het bankgebouw, of afbraak en aansluitend nieuwbouw. De krach van de beurs op Wall Street in 1929 veroorzaakte in eerste instantie zelfs geen oppervlakkige rimpeling in het leven van de Zierikzeese bank. Men zag dan ook geen enkele aanleiding om in 1930 de jaarvergadering van de Spaarbankbond in Den Haag te bezoeken. Naast het vertrek van thesaurier Bakker, werd 1930 vooral gedomineerd door veelvuldige beraadslagingen over het land van de erven Moermond, waarop twee jaar eerder een zware hypotheek van 120.000 gulden was verleend. De erven konden de rente niet opbrengen, waarop de bank aan vankelijk tot verkoop besloot. Uiteindelijk kocht men de hofstede Lockershof zelf voor 816 gulden per gemet. Even overwoog men de grond te verpachten aan de kinderen Moermond, maar die kregen het geld niet bij elkaar en zo werd de grond uiteindelijk verhuurd aan de gebroeders Hanse voor 51 gulden per gemet per jaar. Voorjaar 1931 werd er eindelijk iets merkbaar van de verslechterende economische omstandigheden. Nogal wat hypotheeknemers vroegen om uitstel van betaling of verlaging van de rente. De commissarissen kwamen nu maandelijks bijeen, maar grote zorgen maakte men zich nog niet. Zo stelde commissaris Gerritsen voor om tijdens de vergaderingen thee te schenken en sigaren uit te delen op kosten van de zaak. Daardoor misschien in een milde stemming gebracht, beloofde men de gemeente Zierikzee tegen een minimale rente 7000 gulden te lenen voor de bouw van een badhuis. De bankzaken gingen tot op dat moment ook niet slecht. Over 1930 was een winst geboekt van ruim 24.000 gulden, waaronder een koerswinst van ruim 9000 gulden. Maar andere banken kregen het wel zwaarder. December 1931 kwam een brief op tafel van de directeur van de Spaarbankbond waarin de Zierikzeeënaren samen met de Vlissingse en Middelburgse Nutsspaarbanken gevraagd werden financieel bij te springen om een déconfiture van de bank te Wolphaartsdijk (bij Goes) te voorkomen. Na een beraadslaging in Middelburg besloot men de helpende hand toe te steken, mits het departementsbestuur geen bezwaar had. De crisis sloeg ook toe onder de Zierikzeese bevolking. Er werd een Nationaal Crisis Comité afdeling Zierikzee opgericht die van de Nutsspaarbank een subsidie kreeg van 50 gulden. Voorjaar 1932 breidde de economische recessie zich plotseling als een olievlek uit over steeds meer instellingen.'* In juni moest er een speciale vergadering gewijd worden aan het beheer van de gelden van de NV Waterleidingmaatschappij Schouwen-Duiveland. Het bedrijf had 100.000 gulden in depot geplaatst bij de Nutsspaarbank met de bepaling dat men vijf jaar lang jaarlijks 20.000 gulden zou opnemen. Tegelijkertijd had men bedongen dat voor het gestorte kasgeld 3,6 procent rente ontvangen zou worden. Nu wilde men op deze afspraak terugkomen door al het geld dat in depot was gegeven onmiddellijk opvraagbaar te maken. In dat geval dreigde volgens de thesaurier de hele transactie geld te kosten in plaats van op te leveren. De waterleidingmaatschappij verklaarde zich daarop bereid met 3 procent rente over de kasgelden genoegen te nemen, waarop men de zaak liet rusten.® Omdat er geen geld was moest men in dezelfde tijd een drietal aan vragen voor leningen tussen de 10- en 20.000 gulden afwijzen. Twee maanden later leende men wel 20.000 gulden aan de waterleidingmaatschappij tegen een 98. In Engeland had men september 1931 de zogenaamde gouden standaard losgelaten, waardoor de Engelse koersen scherp daalden. Omdat er vanuit Nederland aanzienlijke kapitalen in Engeland belegd waren, had deze koersdaling onmiddellijk forse gevolgen voor de Nederlandse aandeelhouder. Het loslaten van de gou den standaard bevorderde het concurrentievermogen van de Engelsen door dalende prijzen en lagere tarie ven in de de scheepvaart. Ook hiervan hadden veel Nederlandse bedrijven last. 99- De commissarissen Van der Weyde en Gerritsen zaten ook in het bestuur van de Waterleidingmaatschappij. 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2005 | | pagina 95