r LET WEL!
P.S. Groet ook zoo de gelegenh. aanbiedt de Kater en vrouw weder, ja, ze is bij ons geweest en
sprak heel innemend van u.l. Die revisie-bladen nazien, dat is toch geen kleine moeite voor u; 'k wil
dat gaarne als Looze niet tegen het oponthoud heeft. De onderw. hebben met veel genoegen ons
Kerkje bezigtigd en geroemd. Die familie de Huyberts heb ik nu geheel op schrift. Hoogst aanzienlijk
geslacht!
Meermalen aangezocht zijnde om op dc
H II O IV IJK van /ie rik 7, ee door
wijlen J. de KANTER, een V E H V O li ft uit
te geven, van 1795 tot op den tegenwoordigen tijd,
behelzende de merkwaardigste gebeurtenissen, welke
in die 70 jaren hebben plaats gehad, zoo wenscht
de ondergeteekende met een GESCHIEDKUNDIGE
in onderhandeling te treden, die genegen inogt zijn
voor bedoeld vervolg de copie te leveren, met op
gave van het verlangde honorarium.
P. de LOOZE.
7.
Burgh, 15 Aug. 1865.
Geachte Vriend!
Nu nog al geen eind aan 't vragen en de bezwaren?! Neen, met alle vrijpostigheid nog niet; 't begint
mij nu toch regt te vervelen, wat moet het u dan? En 't moet toch nog eens: 1^ omdat een plaatsje
vergeten heb, zie a. 2^ omdat tegen uwe laatste weder een weinig protest heb, en 3^ omdat er punt
jes bij zijn, die, als correcteur van v. D. en mijn werkt [sic] beide uwer attentie konden waardig zijn.
Wat zal 'k blij zijn als 't aan den kant is. En wat verdriet, nu heb ik van Looze nog 't eerste proefblad
niet; 't is ellendig, hoewel hij met zijn snelpers in weinige dagen af kan krijgen. Uwe replique aang.
de ch bevalt me best en doet me er zeer toe overhellen.
Magnin's vrouw is de dochter van den broeder mijner vrouw; dus eene de Munter. O, dat's allertreu
rigst; een leerzame en nog al knappe jongen; maar aang. zijn ligchaam en in 't maatsch.leven zou hij
een groote sukkelaar gebleven zijn.
Brinkgreve heeft notarieel van Q. 3 mijner werkjes gekocht, Nederl., gelijkn. plaatsen en Rekenk., en
zoo als van Q. te denken is, niets gezegd van mijn bedongen honorarium voor elke uitgaaf, hetwelk
ik intusschen al te onervaren, maar ter goeder trouw op 't woord en brieven af heb gedaan, dus geen
geldend bewijs. En Brinkg. vraagt daar ook niet naar, maar plakt een NB! nieuwe titel met 2e! druk en
voorberigt voor de oude exempl. Zoo een krijg ik, ze voor mijne school van S. Ochtman ontbieden
de, in handen. Ik schrijf hem eenige weken daarna daarover en over 't wenschelijke voor mij en hem
van een herdruk. Hij zend me NB! 2 proefbladen met berigt dat hij de verbetering aan zijn vriend P.J.
Eites, onderw. in de Normaalschool aldaar opgedragen had en 't eerste blad af was. Begrijp mijn diep
gegriefd gevoel; te meer bij 't zien van - behoudens de verbeteringen - nog fouten en bokken, bv. dat
de uren op den stadh.toren te Rotterdam 's nachts nog te zien zijn; geen van die reusachtige indem-
pingen aldaar vermeld etc. etc. En dat nog daar ik een schat van aanteekeningen er steeds voor ver
zameld heb. Ik schrijf hem 't onbegrijpelijke en voor mij grievende, van zijn niet omzien naar mij als
schrijver etc. etc. En - dat ik mij aang. de fouten openb. zou verantwoorden, doch vertrouwde dat hij
dat blad nog wel zou intrekken.
Maar Zie, daar krijg ik 11. zaturdag reeds een volledig afgedrukt exempl. NB! 3e druk!! met een vrien
delijken brief, en dat Eites nu door eene annonce bij 't voorberigt de fouten op zich gelaten had en
mij dus daarvan onthief. Als ge die leest, zult ge zien dat ze mij gansch niet voldoende is.
Ik heb hun dus weer het schandel. van zoo'n ongehoorde handelw. in den boekhandel onder 't oog
gebragt en dat ik publiek zou maken een noodwendig bewijsdat ik en nog leef, en meer verbeterin
gen daarin zou gewenscht en gebragt hebben. Dat zult ge in de Wekker en in de Bijdr. zien ook.
Intusschen ga ik voort met een nieuwen druk gereed te maken, zoo als ik hem toch meldde, in hoop
op spoedigen herdruk van het in alle geval verbeterde werkje, 'k Zal u een exempl. zenden als ik er
Advertentie
Zierikzeesche Nieuwsbode
103