Al op 2 juni had een bespreking plaatsgevonden met het dagelijks bestuur van de Vereniging 'Het Ziekenhuis voor Schouwen en Duiveland'. Hun gespreks partners waren burgemeester Schuurbeque Boeije en de arts C.J.M. Boogerd.3 Beiden waren lid van het algemeen bestuur van het ziekenhuis. Gerritsen ontbrak wegens verblijf in het buitenland. Burgemeester Boeije ontvouwde de Zierikzeese plannen, die erop neerkwamen dat het ziekenhuis verplaatst zou moeten worden. De ziekenhuisbestuurders lieten het achterste van hun tong niet zien en verklaar den dat eerst gesproken moest worden met mr.dr. K.J. Frederiks, secretaris-gene raal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en voorzitter van de Interdepar tementale ziekenhuiscommissie. Vanwege de geruchten, die over nieuwbouw in Zierikzee de ronde deden, was in Noordgouwe haast gemaakt met de bouwplan nen. Reeds op 29 december 1938 was een delegatie op bezoek geweest bij dr. Frederiks. Bij die gelegenheid zegde Frederiks een bezoek toe aan het ziekenhuis in Noordgouwe. De grote tegenstander van Gerritsen was J.J. Geluk, lid van het dagelijks bestuur van het ziekenhuis. Hij voelde zich nauw betrokken bij het zie kenhuis vanwege het feit dat hij burgemeester van Noordgouwe was. Geluk ging op bezoek bij de Commissaris der Koningin, jhr. mr. J.W. Quarles van Ufford om hem in te lichten en om steun te vragen. Zierikzee of Noordgouwe Op 15 augustus 1939 en enkele weken daarna vonden besprekingen plaats tussen alle betrokken partijen met als belangrijkste onderwerp: verbouw van het zieken huis te Noordgouwe of nieuwbouw in Zierikzee. De plannen van Noordgouwe om hun ziekenhuis uit te breiden door middel van een verbouwing dateerden uit 1938. De besprekingen in Zierikzee vonden plaats onder voorzitterschap van Frederiks. Ook Quarles van Ufford was aanwezig. Beide heren benutten hun bezoek om ook het ziekenhuis in Noordgouwe te bezoeken. Tussen beide besprekingen in kwam het algemeen bestuur van het ziekenhuis samen op 26 augustus in het Huis van Nassau in Zierikzee. Het bestuur werd gevormd door de burgemeesters van het eiland, aangevuld met onder andere enkele doktoren en J. Vijverberg, schoolhoofd in Noordgouwe als secretaris-pen ningmeester. Voorzitter was de oud-burgemeester van Kerkweive, C.J. Boogerd. De beide bestuursleden Schuurbeque Boeije en Boogerd bepleitten de Zierikzee se plannen. Tijdens die vergadering kwam ook de animositeit tussen Zierikzee en de overige gemeenten aan de orde. Kwesties uit het verleden, die weinig met de zaak van doen hadden, werden opgehaald. Dat het dagelijks bestuur omzich tig moest handelen, werd duidelijk uit het feit dat enkelen sympathie koesterden voor de Zierikzeese plannen. Kort daarop, in oktober, confereerden de commissarissen van de Slavenkas met de Zierikzeese doktoren en het dagelijks bestuur van de ziekenhuisvereniging. Om tot een beslissing te komen werd besloten dat de Commissaris der Koningin aan de gemeenteraden zou vragen waar hun voorkeur naar uitging om zo uit de impasse te komen. De uitslag zou niet bepaald worden door het aantal gemeen ten, maar door het inwoneraantal. De strijdvraag, die inmiddels geheel Schouwen- Duiveland bezighield, kwam nu tot een climax waarbij de tegenstelling Zierikzee versus de rest van Schouwen-Duiveland breed werd uitgemeten. Via de Zierikzee- sche Nieuwsbodewaarin de verslagen van de gemeenteraadsvergaderingen wer den opgenomen, kon iedereen de stand bijhouden. Bij de discussie in de gemeenteraden speelde het kapitaal van de Slavenkas niet 110

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2006 | | pagina 112