en Aafke Meinardi. Zij huwden op 25 mei 1870, twee maanden na Sierts geboor
te. In de tekst op de huwelijksakte staat dat Tonnis Triezenberg Siert erkent als
een zelfgemaakt kind. Na Siert kwamen er nog zes kinderen, waarvan er twee
jong overleden.2 In het bevolkingsregister wordt als beroep van Tonnis 'wage
naar' aangegeven. Met deze term duidde men een voerman of koetsier aan.
Het lijkt waarschijnlijk dat hij een eigen vervoersbedrijf bezat. Hoe Sierts jeugd
jaren verliepen is niet duidelijk, maar in 1884 vertrok de dertienjarige alleen
naar het nabijgelegen Warffum. Daar was in 1868 de 'Hogelandse Rijks Hogere
Burgerschool' opgericht. Siert was een slim jongetje en hij mocht doorleren.
Zandeweer ligt op ruim 10 kilometer afstand van Warffum, en deze afstand was
moeilijk elke dag af te leggen. De wegen waren in die tijd slecht, vooral in de
winter, en de spoorlijn naar Roodeschool was nog niet aangelegd. Veel leerlin
gen gingen 'in de kost'. Ongetwijfeld gold dit eveneens voor Siert. De school
hield voortdurend toezicht. De directeur, dr. R. Rijkens, had de gewoonte om
zijn op kamers wonende pupillen 's avonds (on)regelmatig te bezoeken, wat zij
lang niet allemaal waardeerden. De Warffumse HBS was een driejarige opleiding.
Waarschijnlijk heeft Siert na het examen er nog twee jaar aan vastgeplakt op de
vijfjarige HBS in de stad Groningen. Ook hier zal hij wel een kosthuis hebben
gehad, maar zijn adres in deze periode is niet gevonden. De overige leden van
het gezin Triezenberg verhuisden op 15 april 1889 vanuit Zandeweer naar Haren.
In 1890 woonde Siert weer thuis, want het complete gezin Triezenberg, inclu
sief Siert werd uitgeschreven in Haren en ingeschreven te Groningen. Ze vestig
den zich aan de Oosterweg, ten zuidoosten van het centrum. Daar staat vader
Tonnis vermeld als 'eigenaar', wat duidt op bezit van landerijen en/of onroerend
goed. Dat Tonnis goede zaken had gedaan, blijkt uit het feit dat er twee inwo
nende dienstbodes waren en dat bijna alle kinderen gingen studeren. Waar Siert
zich tussen 1890 en 1893 mee bezig hield is onbekend, maar op 25 september
1893 liet hij zich als 23 jarige inschrijven als student rechtsgeleerdheid aan de
Rijksuniversiteit te Groningen. Ruim zeven jaar later, op de twintigste december
1901 promoveerde hij op stellingen in de rechtswetenschappen. Deze manier van
promoveren was toen vrij populair omdat dit weinig moeite en tijd kostte. Het
moment dat Siert van Groningen naar elders vertrok, is niet gevonden. Wel lezen
we dat zijn broer Harm (geboren op 30 juli 1875) in 1898 naar Grand Rapids in
de Verenigde Staten vertrok. Ook broer Eisse emigreerde naar Noord-Amerika, hij
woonde in San Francisco. Ze waren niet de enigen in de familie. Minstens vier
gezinnen, broers en zusters van moederszijde, vertrokken tussen 1880 en 1892
naar Noord-Amerika. Een nieuwe toekomst met betere levensomstandigheden
lokte hen. Eisse Triezenberg kwam echter later berooid terug naar Nederland.
Hij verloor al zijn bezittingen tijdens de aardbeving waardoor San Francisco op
18 april 1906 werd getroffen. De binnenstad lag in puin en er ontstonden grote
branden. Het gebeuren werd algemeen 'de ramp van San Francisco' genoemd.
Waarschijnlijk heeft ook Siert emigratie serieus overwogen, want in 1903 maak
te hij een reis naar Amerika. Om welke reden hij zich daar niet heeft gevestigd,
blijft onduidelijk. Op 9 november 1907 overleed vader Triezenberg, die al enke
le jaren 'kinds' was. Zijn vrouw Aafke verhuisde nadien naar haar ongehuwde
dochter Anje in Den Haag en stierf daar op 1 februari 1913.
Aan het werk
In 1906 vinden we Siert Triezenberg terug op een mooie plek. Bij Koninklijk
24