Helaas ging het privé minder goed, zijn vrouw werd ernstig ziek en overleed 'na een droevig lijden' op 12 december 1917 in het ziekenhuis 'Ziekenverpleging Prinsengracht' te Amsterdam. Haar begrafenis vond plaats op 15 december op de Algemene Begraafplaats te Hilversum. Een moeilijke tijd volgde voor de weduw naar, die met twee kinderen van negen en vijf jaar oud achterbleef. Het is niet na te gaan hoe hij zich er doorheen heeft geslagen in die periode. Er zal wel hulp in de huishouding zijn geweest, maar dat is niet te bewijzen. Alleen in 1918 wor den er twee dames vermeld als huishoudster, wat kennelijk voor niemand een succes was. De een bleef slechts twee dagen en de volgende bijna vier maan den. Het was ongetwijfeld geen gemakkelijke tijd voor Triezenberg. Een oplossing Op 3 juli 1919 kwam Trijntje Bisschop van Tuinen vanuit Hilversum bij het gezin wonen. Daar woonde ze zonder beroep samen met nog twee alleenstaande dames op het adres Ruitersweg 6. Ze ging naar Tiel als huishoudster. Over haar achtergrond is het een en ander bekend. Trijntje Johanna Bisschop van Tuinen werd geboren in Zwolle op 5 oktober 1874. Haar vader Klaas werd als Van Tuinen geboren, maar kreeg later toestemming om de naam Bisschop bij zijn naam te voegen. Hij huwde Harmina Maria Arendts, waarmee hij vier kinderen kreeg, een dochter en drie zonen. Bisschop van Tuinen (1840-1905) was werk zaam op de secretarie van zijn geboorteplaats Oldeboorn (Fr), maar begon in 1870 een studie in delfstof-, plant- en dierkunde, die hij met goed gevolg afsloot. Eind 1871 werd hij aan de Rijks Hogere Burger School te Zwolle benoemd als leraar in die vakken. Het gezin ging 'op goede stand' wonen. Zijn brede interesse blijkt uit zijn vrijwilligerswerk als conservator van het museum van de Vereniging van Provinciale Welvaart in Overijssel, het bestuurslidmaatschap van de provin ciale Maatschappij van Tuinbouw en Plantkunde. Er verschenen diverse publica ties over planten, tuin- en bosbouwgewassen en onkruiden van zijn hand. Ook stelde hij een Naamlijst van vogels welke in Nederland in den wilden staat zijn waargenomen op. Het moge duidelijk zijn dat Trijntje uit een intellectueel milieu kwam. Ook is het mogelijk dat ze deel uitmaakte van de kennissenkring van Triezenberg. Hoe dan ook, met haar komst daagde voor de weduwnaar weer hoop op een gewoon huiselijk leven. Zou ze goed met de kinderen kunnen opschieten? Verhuizen naar Schouwen-Duiveland Een paar maanden later werd er in het Weekblad van het Recht een lijst van vacatures in de rechterlijke macht gepubliceerd. Daarop kwam ook de vrijge komen plaats van president bij de arrondissementsrechtbank te Zierikzee voor. Op 24 juni 1919 trad mr. J.P. Cau daar af als voorzitter. Met deze functie zou Triezenbergs carrière een snelle stap voorwaarts maken. Het lukte. In septem ber 1919 volgde zijn benoeming tot president van de Arrondissementsrechtbank te Zierikzee, waartoe ook Sint Philipsland en Tholen behoorden.5 Op 5 novem ber daaropvolgend kwam hij naar Schouwen-Duiveland en nam intrek in het Zierikzeese "hotel Van Oppen" in de Verrenieuwstraat. Trijntje en de kinde ren bleven in Tiel tot het moment dat een geschikte woning was gevonden. Dit duurde nog tot het volgende voorjaar. Het was de woning Kloosterweg 53 te Schuddebeurs, eigendom van Lieven Andries de Vlieger, boer op de nabij gele gen hofstede 'Zandvliet'. De Vlieger liet het huis in 1914 bouwen en verhuur- 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2006 | | pagina 31