Strafrecht 'het wegnemen van enig goed'. Valt ook het stelen van elektrische energie hieronder? Het Weekblad vari het Recht schreef er het volgende over: "Zitting 23 december 1919- Voorzitter mr. S. Triezenberg, mrs. J.A. van der Mersch en A.N.L. Otten. Officier van justitie mr. J.W.A.M. baron van Lamsweercle. Onder het begrip 'eenig goed' in art. 310 W.v.S. valt ook elektrische energie. De officier van justitie tegen L.C.D.L, 34 jaar, geboren 3 november 1884 te Gendringen, tand arts. Raadsman: mr. Polvliet. Tenlaste legging: beklaagde heeft in of omstreeks de maand feb. 1919, alleen of met J.v.d.H. weggenomen elektrische stroom, welke toebehoorde aan de N.V. Zeeuwse Brikettenfabriek in Zierikzee. Eerdere rechts zitting werd gehouden op 28 nov. 1919, toen bevolen tot hervatting, om twee getuigen te horen. Beklaagde gaf toe in de samenwerking met J.v.d.H., met de bedoeling er proeven mee te willen nemen. Hij heeft een gat geboord in de scheidingsmuur tussen zijn huis en de daar aangrenzende machinekamer van de fabriek. Door dat gat elektrische geleidingen heeft gelegd, en verbonden aan een dynamo die zich in de machinekamer bevond en aangedreven werd dooi de stoommachine die de fabriek voorzag van kracht en de dynamo van licht. L.D.C.L. verbond ze met een accumulatorenbatterij, die hij telkens in zijn tuin plaatste. Als hij dit deed waarschuwde hij J.v.d.H., de machinist van de briketten fabriek. Deze koppelde dan de dynamo aan. Zijn accu's laadden dan op en de energie gebruikte hij ten eigen bate, tot het nemen van proeven op een cursus in elektriciteitsleer die hij kosteloos gaf. De officier van justitie achtte L.D.C.L. schul dig en legde hem 45 gulden boete op of 15 dagen hechtenis." Ook andere zaken dan rechtspraak vroegen zijn aandacht, zoals het toezicht op de gevangenissen van Zierikzee. Hiervoor was een College van Regenten aange steld. In december 1920 traden binnen dit college mr. J.A. van der Mersch en mr. J.W.A.M. baron van Lamsweerde af. Hun opvolgers werden mr. L.F. Böthlinger, officier van justitie als lid en mr. S. Triezenberg president van de arrondisse mentsrechtbank als voorzitter. Persoonlijkheid Het is niet eenvoudig om privégegevens te vinden van iemand die slechts een jaar of vier op Schouwen-Duiveland heeft gewoond. Daarom was het aar dig om Triezenbergs naam aan te treffen in de jaarstukken van de gemeente Noordgouwe van 1921. In dat jaar werd er gecollecteerd door de "Provinciale Commissie tot Leniging der Nood te Weenen." Er werd voor de tweede maal hulp gevraagd om schoolkinderen daar te voeden. Men ging met een lijst langs de deur en Triezenberg (of misschien zijn vrouw) schonk 2,50. Ook de collecte van het Rode Kruis, voor de hongerlijders in Rusland ontving dit bedrag. Contacten met geestverwanten onderhield hij via 'Sociëteit de Vereeniging van 1802', waarvan hij op 24 januari 1920 lid werd. Bijna alle leden van de rechtbank waren lid van deze vereniging, zodat hij zijn collega's daar in informele sfeer ontmoette. Evenals de notaris, de burgemeester, de bankdirecteur, de gemeente- secrtetaris en de vip's uit andere plaatsen op het eiland. Er was gelegenheid om een wedstrijdje te biljarten of whisten of alleen maar een borrel te drinken. De heren kwamen bijeen in het gebouw aan de Oude Haven, dat later restaurant 'Mondragón' ging heten. Triezenberg kon het goed vinden met zijn buurman/huisbaas De Vlieger. In de 'Genealogie De Vliegef komt zijn naam voor bij een korte levensbe schrijving van Lieven Andries de Vlieger. Citaat: "Nam stelling tegen de vesti- 32

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2006 | | pagina 34