rechtbank. Naast materiële schade, wordt ernstig nadeel toegebracht aan de
intellectuele belangen. Daarom is het een dubbele ramp, dat juist in deze mise
rabele tijden een der weinige kernen van meerdere of mindere ontwikkeling aan
de stad worden ontnomen."
Hij vergeleek de betekenis van het verlies van de rechtbank voor Zierikzee met
het verlies voor de stad Leiden van de universiteit, voor Den Haag de opheffing
van de ministeries en de Staten Generaal en voor Amsterdam wanneer de han
del weg zou vallen. "Dit offer is te groot, het is de genadeslag Zierikzee quo
vadis?"
De volgende spreker was ds. J. H. de Roode als voorzitter van de Voogdijraad.
Hij richtte woorden van erkentelijkheid tot de heren van de rechtbank voor de
immer prima samenwerking en wenste hen allen van harte snel een nieuwe
werkkring toe. Ook beloofde hij er alles aan te zullen doen om het culturele
leven van het stadje op peil te houden. Hierna kreeg Triezenbergs voorganger,
J.P. Cau het woord. Omdat hij bijna zijn gehele leven aan de rechtbank verbon
den was, had hij behoefte om bij deze plechtigheid aanwezig te zijn. Het voel
de voor hem als de begrafenis van een familielid. Hij relativeerde Triezenbergs
woorden over Zierikzee als dode stad. De stad bleef immers het centrum van een
bloeiende landbouwstreek. Hij spoorde iedereen aan 0111 moed te houden en te
trachten het culturele leven hier verder in stand te houden en sprak de beste
wensen voor Zierikzee uit. Nog meer sprekers volgden, voordat Triezenberg de
bijeenkomst afsloot door iedereen te bedanken voor de laatste eer aan de recht
bank bewezen. Hij dacht aan de ambtenaren, die waren ontslagen, aan de deur
waarder, de ambtenaren van de griffie en de conciërges, enzovoort.13 Allen zegde
hij hartelijk dank voor de prettige samenwerking. Het speet hem erg dat bij deze
laatste zitting geen enkele vertegenwoordiger van het gemeentebestuur aanwezig
was, want hij had nog graag het Gravensteen in de hoede van het bestuur aan
willen bevelen. Misschien waren ze er niet omdat het afscheid te zwaar zou val
len? Daarop sloot hij deze laatste vergadering. De redacteur van de Zierikzeesche
Niemvsbode besloot het verslag met de woorden: "Sic transit gloria mundi."14
Zonder werk
Zo veranderde het leven voor Triezenberg en zijn gezin van de ene clag op de
andere. Het was wachten op een geschikte functie elders. Sommige collega's
van de rechtbank vonden al heel snel een nieuwe baan.15 Triezenberg bleef het
langst werkeloos. Toch bedankte hij per 31 december 1923 als lid van 'Sociëteit
de Vereeniging van 1802'. Misschien had dit te maken met het feit dat hij in
februari 1924 als tweede voorkwam op de lijst voor de vacature van raadsheer
bij het Gerechtshof te Arnhem en hoopte daar snel naar toe te kunnen gaan.
Maar Arnhem ging niet door. In die periode werd er, zoals in die tijd vaker plaats
vond, in Zierikzee een "Tentoonstelling van Huisvlijt" gehouden in eind mei
1924.
De Ambachtsschool aan het Jannewekken stelde drie lokalen ter beschikking,
want voor de hoogste klassen was het schooljaar al voorbij. Er waren divers cate
gorieën, waarvoor men kon inleveren; dameshandwerken, fotograferen, pitriet-
werk, tekenwerk, schilderen, houtbewerking en metaalbewerking. Triezenberg
trad op als jurylid voor de categorie schilderkunst. Op een 'diploma' van
mevrouw M.F. Fokker - Lyons, de echtgenote van de burgemeester, is zijn hand
tekening te zien. Zij leverde een schilderij in. In het verslag in de Zierikzeesche
36