zijn groot juridisch inzicht in de geschillen die de partijen verdeeld hielden, wist
hij meer dan eens een oplossing voor het conflict te vinden. Triezenberg stortte
zich behalve op zijn werk ook op geheel andere aspecten van de samenleving
en nam veel vrijwilligerswerk op zijn schouders. Net als in Zierikzee had hij hier
zitting in het College van Regenten der Gevangenissen. Hij was voorzitter van
Het gerechtsgebouw aan de Hamburgerstraat in Utrecht. Fotocollectie Het Utrechts Archief
de Kamer van Toezicht (een notariële beroepsorganisatie), van de Vereniging
tot verbetering der Armenzorg, van de Utrechtse Raadskelder Vereeniging en cle
plaatselijke afdeling der Zuid-Afrikaanse Vereniging. Ook was hij bestuurslid van
de Vereniging voor Dierenbescherming.
Tegenspoed
In de zomer van 1929 begon Triezenberg zich niet goed te voelen, In oktober
moest hij het bed houden. In de maand januari daaropvolgend ging het wat
beter en hervatte hij zijn werk. Dit bleek een tijdelijke opleving, in maart was
operatief ingrijpen noodzakelijk. De ziekte bleek lang en slopend. Zijn omge
ving zag wel aankomen dat hij niet meer zou herstellen en bedacht iets waar de
zieke plezier aan zou beleven; er werd een koninklijke onderscheiding voor hem
aangevraagd. In cle tweede helft van augustus 1931 werd 'mr. S. Triezenberg tot
Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw benoemd, in zijn hoedanigheid als
president van de rechtbank te Utrecht'. Hij heeft er niet lang van kunnen genie
ten, op zaterdag 19 december 1931, 's middags om half vijf overleed hij, 61 jaar
oud. De 22ste december werd de ontslapene door zijn collega's voor aanvang
van de zitting herdacht. De vice-president, mr. M. E. Havelaar sprak de volgende
woorden:
"Zij die hier langer waren zullen niet licht vergeten den man die met zoveel
waardigheid den presidentszetel heeft ingenomen. In hunne herinnering wil ik
38