"Ook is het reden van groote verheugenis, dat het stadhuis met twee schilder stukken van den bekende Belgischen schilder Blomme verrijkt zal worden, en dat inzonderheid de huidige president der Arrondissements-Rechtbank, mr. Triezenberg, zich voor de verwezenlijking van het plan het stadhuis met geschied kundige wandschilderingen te tooien, veel moeite getroost. Moge zijn lofwaardig streven met een gunstig resultaat beloond worden. "20 Blomme had de wens geuit 0111 op Schouwen-Duiveland een herinnering achter te laten: hij wilde een reeks taferelen schilderen met als onderwerp Nederland en Vlaanderen. Er werd een comité opgericht om dit te verwezenlijken, maar het liep anders dan gehoopt werd. Op de een of andere manier ontstond er onenigheid binnenskamers en in 1924 kwam er slechts een schilderij over dit onderwerp in Zierikzee te hangen: Aankomst van vluchtelingen te Zierikzee in 1914,'1 Van Blomme en Dingemans weten we dat zij enorm productief waren. Regelmatig worden er op (Zeeuwse) veilingen werken van hun hand aange boden. Triezenberg's werk komen we nooit tegen. Het ligt voor cle hand dat de omgang met de kunstenaars in zijn omgeving Triezenberg beïnvloedde om zelf het penseel ter hand te nemen. Jammer genoeg dateerde hij ze niet alle maal. In zijn werkloze periode realiseerde hij twee mij bekende aquarellen: hof stede 'Zandvliet', gezien vanaf de noordoostzijde en boerderij 'de Blinkende Panhoeve', de voorganger van de huidige boerderij Bettewaardsedijk 8. Ook in zijn Utrechtse periode vond hij nog tijd 0111 te schilderen, want een aquarel van hofstede Zandvliet is gedateerd met het jaartal 1926. Schouwen-Duiveland in het algemeen en Schuddebeurs in het bijzonder bleef kennelijk trekken. Een plaats in "de Scheen" Het ontdekken van enige schilderijen van de hand van Triezenberg in het depot van het Stadhuismuseum, was een verrassing. Het waren aardige olieverfschil derijen, leuk om te zien en met een herkenbaar onderwerp. Beslist een verdien stelijk amateur-schilder, was mijn lekenmening. Natuurlijk werd er onmiddellijk in Pieter A. Scheen's 'Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950'21 gezocht bij de T. Jammer, daar was niets te vinden. Enige tijd later was iemand zo slim om eens bij de F te kijken en dat bleek een gouden idee. Friezenberg! Een grote verrassing: een heuse vermelding op een verkeerde plek in dit beroemde Lexicon. We lezen: Friezenberg, mr. Siert, geb. Kantens (Gr) 19 maart 1870, overl. Utrecht 19 decem ber 1931Woonde en werkte o.m. in Groningen, Ten Boer, Groningen, Tiel, Zierikzee, Utrecht. President van de rechtbank te Utrecht; tevens verdienstelijk amateurschilder. Geen twijfel mogelijk, hier gaat het over onze hoofdpersoon. De F en de T leken vroeger meer op elkaar dan tegenwoordig. In het begin van het onder zoek stak soms twijfel de kop op, wat betreft de eerste letter. Zelfs in een van de overlijdensberichten kwam de drukfout Friezenberg nog voor. Misschien is ook de familienaam van zijn eerste vrouw, waarvan het laatste deel Frienisberg luidt, debet geweest aan deze verwarring. Na deze ontdekking rees vanzelf sprekend de volgende vraag: hoe kwam Scheen aan zijn vermeldingen? Op die vraag kreeg ik verschillende antwoorden. De een zei: "Scheen hield alle publi caties van tentoonstellingen door tijdgenoten bij en maakte daar notitie van." Maar Triezenberg heeft waarschijnlijk nooit geëxposeerd. Een ander had een nog 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2006 | | pagina 43