Op de schop Kort na het vertrek van de vliegschool bezetten Duitse troepen op 17 mei 1940 zonder noemenswaardige tegenstand Schouwen-Duiveland. Het vliegveld viel vrijwel ongeschonden in hun handen, al waren de sporen van de strijd overal zichtbaar. Blijkbaar was de Luftwaffe al in mei 1940 vast van plan om Haamstede weer snel bruikbaar te maken want binnen enkele weken werd een aanvang gemaakt met de herstel- en uitbreidingswerkzaamheden. De ligging van het vliegveld zal daar zeker een rol bij hebben gespeeld. Hemelsbreed lag het, omgeven door duinen, slechts enkele honderden meters van de Noordzee. Het kon daardoor uitstekend worden gebruikt voor het geven van luchtbescherming aan scheepskonvooien. Bij het opnieuw opknappen van het vliegveld voor luchtoperaties maakte men onder meer gebruik van Duitse arbeidskrachten: op 14 juni arriveerde de derde compagnie van het Luftwaffen Baubataillon 23/IV/X1 op Schouwen. Deze een heid zou, vermoedelijk tot het eind van 1940, op en rond het vliegveld werken.5 Allereerst werden de bomtrechters gevuld en de uitgebrande Nederlandse vlieg tuigen opgeruimd. Deze werden per schip via Burghsluis afgevoerd. Vervolgens werkte men aan de vergroting van vooral het start- en landingsterrein om ook Haamstede bruikbaar te maken voor de Grofteinsatz gegen England'. Verder waren de arbeiders bezig met het trekken van telefoonkabels, het aan leggen van loopgraven, de bouw van onderkomens en (geschuts)stellingen, het herstellen en camoufleren van cle op 10 mei 1940 doorzeefde hangaar en het aanleggen van versterkte opstelplaatsen voor jachtvliegtuigen in de duinpannen. Deze werden door betonnen en beklinkerde rolbanen met elkaar verbonden. Het start- en landingsterrein zelf werd niet voorzien van een verhard banenstel sel: een grasmat volstond vanwege de gunstige bodemgesteldheid van zand en ook omdat Haamstede vrijwel uitsluitend voor het gebruik door jachtvliegtuigen was bestemd. Wel trokken arbeiders de duinen in om voor de versterking van de grasmat zoden te steken. Teiwijl de Duitse arbeidskrachten van het Baubataillon zich hoofdzakelijk bezig hielden met het lossen van schepen met bouwmaterialen in Burghsluis, kwamen de werkzaamheden op het vliegveld zelf vooral voor rekening van regionaal aangetrokken arbeiders.6 Zij waren met name afkomstig van Schouwen, maar ook van naburige eilanden als Sint Philipsland en Tholen. De arbeiders, voor het merendeel grondwerkers, werden niet in de laatste plaats gelokt door de hoge lonen. Dat blijkt onder meer uit het relaas van een landarbeider uit Tholen: "In 1940 moesten we voor de Wehrmacht gaan werken aan het vliegveld van Haamstede. En dan moet je nagaan: eerst verdienden we bij de Heidemij, in de werkverschaffing, negen gulden per week. En weet je wat we in Haamstede kre gen...? 56 gulden per week! Ja, we geloofden onze ogen niet, de eerste keer. We werkten ivel zeven dagen per iveek, dus ook 's zondags. En tien uur per dag. En het was veel reizen, want we gingen elke dag naar huis. 's Morgens met de fiets naar Sint Annaland. Dan met een bootje naar Zijpe en met de bus naar dat vlieg veld, Dat betekent dat je in totaal vijf uur per dag ondenveg ivas. En tien uur werken. Dus je was vijftien uur per dag in touw, plus een uur schaft. Dus had je acht uur over om thuis te slapen..'."1 De bus waarover deze arbeider rept was afkomstig van Vervoersmaatschappij 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2006 | | pagina 52