Een Britse kaan van Haamstede in november 1942. Goed is te zien dat het Schouwse vliegveld sinds
de ingebruikname door de Duitse Luftwaffe aanzienlijk is uitgebreid en dat het schijnvliegveld opval
lende gelijkenis vertoont met de echte basis, (foto Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Operationeel debuut
Nadat halverwege juli 1940 de bouwwerkzaamheden in voldoende mate waren
gevorderd, konden de eerste vliegtuigen op het vliegveld worden verwelkomd.
Op Haamstede zouden tijdens de oorlogsjaren uitsluitend jachtvliegtuigen wor
den gestationeerd. Voor de inzet van bommenwerpers was het vliegveld te
klein. De Duitse jachtvliegtuigen waren ingedeeld in zogeheten Jagdgeschwader
CJG). Ieder Jagdgeschwader bestond naast een staf uit drie of vier zogenaam
de Grappen (van elk ongeveer 30 vliegtuigen) die op hun beurt weer waren
samengesteld uit een staf en drie Staffeln. De Staffel was de kleinste organieke
eenheid van een Jagdgeschwader en omvatte ongeveer twaalf vliegtuigen. Wel
moet worden aangetekend dat voor de uitvoering van vluchtopdrachten regel
matig gebruik werd gemaakt van nog kleinere formaties, zoals de Schwarm (vier
vliegtuigen) en de Rotte (twee vliegtuigen). Om verwarring te voorkomen, wer
den de Grappen en Staffeln van een Geschwader met respectievelijk Romeinse
en Arabische cijfers aangeduid.
Op 15 juli streken vier Messerschmitt Bf-109E-jachtvliegtuigen van de vierde
Staffel van het Jagdgeschwader 54 (4./JG 54) uit Waalhaven op Haamstede neer.
Drie dagen later gevolgd door de rest van de eenheid. De 4./JG 54 stond onder
bevel van Oberleutnant D. Hrabak, een talentvol vlieger die als commandant
van het JG 54 de oorlog zou overleven en een belangrijke rol speelde bij de
wederopbouw van de naoorlogse Luftwaffe. Voorts maakten onder meer de toe
komstige 'luchtazen' Leutnant H. Philipp en Oberfeldwebel M. Stotz deel uit van
deze eerste eenheid, die op Haamstede haar domicilie kreeg.10 De opdracht van
de eenheid bestond achtereenvolgens uit het bewaken van het kustgebied in
Zuid-Nederland en het havengebied van Rotterdam, het geven van luchtdekking
aan de scheepvaart in de Noordzee en het uitvoeren van dagelijkse patrouille-
52