Tegelpilasters in Schouiven-Duiveland
Was in aanvang de tegelpilaster en zeker de eerste Rotterdamse tegelpilaster fraai
monochroom kobalt blauw, de meerderheid van de in Holland gemaakte tegel
pilasters werd echter al snel in het mangaanpaars uitgevoerd. Er bleven echter
altijd in het blauw uitgevoerde exemplaren bestaan, maar in tegenstelling tot de
aanmaak van tegelpilasters in tegelbakkerijen in de provincie Friesland (zowel
in Harlingen als in Makkum) blijft de aanmaak en toepassing van blauwe tegel
pilasters in Holland en Zeeland een zeldzaamheid. Pas in de laatste helft van de
negentiende eeuw komt de veelkleurig geschilderde tegelpilaster weer terug. De
tegelpilasters die wij aantroffen, aangebracht op het eiland Schouwen-Duiveland,
waren alle monochroom paars. Blauwe en veelkleurige pilasters kwamen niet
voor.
De oudste op Schouwen-Duiveland nog te traceren tegelpilasters bevinden zich
in situ in een huis op de Hoge Kerkstraat 16 te Nieuwerkerk. In het topdeel van
de achtergevel van dit huis staat met rode baksteen het jaartal 1762 aangege
ven als herbouwdatum van deze gevel en waarschijnlijk van het gehele pand.
Dit jaartal past ook goed bij het jaar van mogelijke aanmaak en inbreng van de
tegelpilasters (afb. 13). De aanmaak van de in dit pand als lambrisering aanwe
zige Rotterdamse terpentegels moet echter later zijn geweest (eerste helft negen
tiende eeuw), waarbij de inbreng van deze tegels in een alternerend patroon met
witte tegels weer dateert uit een restauratieherzetting in het midden van de twin
tigste eeuw. Ook de rookbaan van nog oude witte tegels moet een recente her
zetting zijn. Binnen ter weerszijde een enkele rij verticale witte tegels zal zich
oorspronkelijk een veld van ornament- dan wel schild- of gevlamde tegels heb
ben bevonden. Alleen de onderstukken van deze altijd oorspronkelijk 13 tegels
hoge pilasters zijn bewaard gebleven en staan nog precies op hun oorspronke
lijke aanbrengplek en werden dus nimmer herplaatst. De centrale middenassen
van de pilasters staan net iets meer dan twee meter uit elkaar en dat komt pre
cies overeen met de breedte van de indertijd daarboven geplaatste openschouw-
boezem, waarvan men de grootte ook nog kan aflezen aan de in het balkenpla-
fond aanwezige ravéling (zie het plafond op afb. 13).
Het bovendeel van beide pilasters lijkt thans bedekt te worden met behang, maar
aangenomen mag worden dat ze oorspronkelijk dertien tegels hoog zijn geweest.
De pilasters zijn ieder twee tegelrijen breed, paars geschilderd en hebben getors
te niet gemarmerde zuilen, waaromheen gewonden bloem-blad festoenranken
(afb.14). Onder de getorste zuilen bevindt zich een drie tegels hoog piëdestal,
als het ware het voetstuk van de zuil vormend.12 De piëdestals in Nieuwerkerk
tonen afbeeldingen die sterk overeenkomen met de afbeeldingen op de schilde
rijen van de Nederlandse italiënist Nicolaes Berchem.13 De voorstellingen erop
zijn 'landlevenscènes' en vormen pendanten van elkaar (afb. 15).
Tot dezelfde groep van de Nieuwerkerkse tegelpilasters behoort ook de veel
bekendere 'papegaaipilaster'. Deze, ook wat oudere pilasters, hebben afbeeldin
gen op hun eveneens steeds drie tegels hoge voetstuk naar prenten van Bernard
Picart (1673-1733) (afb. 16). Nu geen bloem-blad festoenranken gewikkeld om
een getorste zuil, maar een tegen de zuil opgroeiende wijnrank waarop in zijn
onderste regionen een papegaai is neergestreken. Deze opklimmende wijnrank
is de reden, dat oudere Zeeuwse mensen dit soort pilasters wel eens 'druivelaer'
noemen.
70