4. In 1Ó35 kwam voortvloeiend uit de beslissing van de Dordtse Synode (nov. I6I8- mei 1619) de eerste officiële vertaling van de Bijbel in de landstaal gereed. Deze eerste gedrukte zogenaam de 'Statenbijbel' verscheen in 1637, waarin men nog steeds Heva i.p.v. Eva als naamsaanduiding gebruikte. Ook de sokkel van het kariatide- torso van Eva van de zogenaamde 'Adam en Eva-schouw' in het Marten van Rossummuseum in Zaltbommel draagt de naam 'HEVA' (Van den Berge 1997). 5. Aanvraag van de 'herstelvergunning' van het huisje 't Anker door de architecten Hoogenboom en Heule werd gedaan op 30 april 1917 aan de Heren Burgemeester en Wethouders van Haamstede. Hierin is sprake van 'wegbreken van bestaande bedsteden en schoorstenen' en 'metselen in de grote kamer van een schouw'. 6. Deze deksteen werd al in 1849 door de toenmalige bewoner van Kraayenstein, J. de Kater, geschonken aan het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap en wordt thans in het Zeeuws Museum te Middelburg bewaard. 7. In de eerste decennia na het begin van de opstand tegen de Spaanse koning was het grootste deel van de bevolking nog rooms - de Hollandse raadpensionaris Johan van Oldenbarneveldt schatte dit indertijd op negentig procent (J. de Rek: De Zeven Provinciën als wereldmacht, 1984, p. 86). 8. Bij een herme staat op een naar onderen taps toelopende pijler of pilaster een buste, oorspronke lijk van de god Hermes. Wanneer de herme als renaissancemotief gebruikt wordt, kan de plaats van de buste van Hermes ook worden ingenomen door een andere halffiguur. Atlas, Gigant, Nereïde, Telamon. In het klassieke Athene stond de herme als richtingwijzer en afstandbord op belangrijke hoekpunten van grote doorgaande wegen. 9. Het bestaan van een Rotterdamse majolicabakker voor 1600 kan niet worden bewezen. De vroeg ste archivalische vermelding van een Rotterdamse plateelbakker dateert uit het jaar 1611 en betreft het bedrijf van Henrick Gerritszn. van den Heuvel, in 1612 is er sprake is van een plateel bakker werkzaam in de Oostwagestraat en pas vanaf l6l3 van Claes Janszn. Wijtmans als eige naar van weer een andere, derde, plateelbakkerij (Hoynck van Papendrecht 1920). 10. Andere en in dit geval ook eerdere wapenpilasters tonen links de wapens van de zeven belang rijkste Hollandse steden en rechts de wapens van de 7 geünificeerde provincies en zijn dus niet gespiegeld. 11De jongst ingebrachte tegelpilaster in de Krimpenerwaard was een veelkleurige Utrechtse pauw- rank pilaster in een boerderij met als gevelsteen de datum 31 mei 1865. Voor de Alblasserwaarcl geldt 1859 als datum van laatste inbreng van een paarse, eveneens Utrechtse, tegelpilaster. Het betekent dat dus tot in de laatste helft van de negentiende eeuw men (soms) nog in boerderijen in de Zuid-Hollandse Waarden open vuur gebruikte om eten te bereiden en de kamer warm te houden. 12. Piëdestal of postament. Het woord piëdestal is duidelijk uit het Frans afkomstig, Nederlanders in de 17de en 18de eeuw hadden het wel over pedestaelen (E.J. Elaslinghuis en H. Janse, Bouwkundige termen, Utrecht 1997 p. 352). 13. De schilder Nicolaes Berchem werd geboren in Haarlem in 1620 en overleed in 1683 in Amsterdam. Samen met zijn vriend Jacob van Ruisdael maakte hij omstreeks 1650 een excursie naar Kleef, Bentheim en Steinfurt. Hij heeft waarschijnlijk ook gereisd in Italië en keerde voor 1654 weer terug in Haarlem, later in Amsterdam. In ieder geval schilderde hij later op een erg ita lianiserende wijze vooral landschappen, maar ook wel allegorische, mythologische en religieuze scènes. Hij maakte zeer vele pastorale landschappen, die ieder op zich dienden als voorbeelden voor diverse tegelschilderijen, waarvan die geschilderd door de Rotterdamse meester tegelschilder Cornelis Boumeester (werkzaam van ca.l676 tot 1732) nog het meest bekend zijn geworden. 14. 'De vrouw met de mand op het hoofd' komt als figuur niet alleen voor op piëdestals van tegel pilasters, maar ook op 'landleventableaus', waarvan verschillende voorbeelden op Schouwen- Duivelancl aanwezig zijn. In de maat van drie tegels hoog en vier tegels breed komen derge lijke in Rotterdam gemaakte tableaus voor zowel in de tegelkamer van het Stadhuismuseum te Zierikzee en dus mogelijk afkomstig uit hofstede de Hond te Dreischor (Lunsingh Scheurleer 1971), als met een veelvuldig verplaatst tableau nu in een huis op de Brabersweg onder Burgh- Haamstede, maar oorspronkelijk afkomstig uit boerderij Veldzicht onder Lewedorp (Zuicl- Beveland). 15. Zowel een enkele tegel zonder de toepassing van, als de meerderheid van de tegels met gebruik van hartjes in de hoekfiguur. De rozenstertegel met hartjes komt in deze boerderij ook weer in twee uitvoeringen voor. Blijkbaar werden alle drie de uitvoeringen rozenster in één plateelbakke rij gemaakt en in ieder geval uit voorraad tegelijk afgeleverd. 16. De achterzijden van de pilastertegels van afbeelding 18 tonen een Rotterdamse wijze van achter- 75

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2006 | | pagina 77