kantnotatie met steeds in de linker bovenhoek een hoofd blokletter en in de linker onderhoek een vanaf de bodem oplopend getal, voor de kapiteeltegel is dit 13- 17. Van dit type enkelrijige paarse pilaster vonden wij nog andere voorbeelden in de boerderij Benedenberg 109 te Bergambacht en tweemaal in boerderijen in Zeeland: één in een boerderij op N-Bevelancl, de ander in boerderij Knorrenburg te Axel (met bouwdatum 1859). 18. Een Amor- of Cupidofiguur heeft vleugels. Een bloot jong ventje zonder vleugels kan men beter een putto (meervoud putti) noemen. 19. Het motief van een wijnrank op een pilaster is oud en komt al voor in de tweede helft van de zeventiende eeuw, maar dan met blauw als gebruikte verfkleur. 20. De Noordhoeve stond op het 11de bevang van Nieuwerkerk en kreeg zijn naam van het water de 'Noordstriepe'. Al in 1619 stond op deze plaats op een woonterp een boerderij. Het oude woon huis werd in 1916 afgebroken en het huidige huis weer tegen de oude brandmuur aangezet. 21. Toen Karei V in 1528 Overijssel verwierf op het bisdom Utrecht kreeg het de Hollandse leeuw als wapen, waaraan door een golvende balk in azuur -het symbool voor de IJssel- een geogra fisch eigen karakter werd gegeven (Sierksma 1962). In 1579 kwam deze provincie als zesde bij de Republiek, zodat in een complete wapenopstelling van de Zeven oude gewesten Overijssel vaak de zesde plaats in de rangvolgorde kreeg. Ook op de complete éénrijige paarse wapenpilaster is dat het geval (zie afb. 27). 22. Voor de Bataafse tijd bestond er niet echt 'een Republiek der Verenigde Nederlanden' en zeker bestonden er geen provincies. Men beschouwde elkaar als 'bondgenoten', op eenzelfde wijze als men toentertijd ook aankeek tegen Engeland, Rusland of de Verenigde Staten. Er was sprake van zéven republieken. 76

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2006 | | pagina 78