structuur geïntroduceerd, met de aan de militaire organisatie ontleende termen en uniformen. Het duurde nog tot 1887 voordat Booth twee officieren, Joseph Kelly Tyler en Gerrit Juriaan Govaars, naar Nederland zond om het Leger te vestigen. Zij werden bijgestaan door Carl Ferdinand Schoch, een welgestelde sympathisant die zich al snel samen met zijn vrouw als officier bij het Leger aansloot. Hun pogingen hadden succes. In enkele jaren tijd ontstonden er in het hele land korpsen. Het kon niet uitblijven dat het Leger ook in Zeeland actief werd. Begin juni 1888 lukte het hun om zalen in Vlissingen en Goes te vinden. In het blad van het Leger, De Heilssoldaatwerd aan de lezers 0111 bijdragen gevraagd om de inventaris aan te kunnen schaffen, aangezien 'we op het oogenblik niet heel wel bij kas zijn'. Op 22 september 1888 vond de opening plaats van korps Vlissingen. De Vlissingsche Courant schreef: 'Zooals tevoren was bekend gemaakt, werd zaterdagavond in het voormalige Tivoli in de Gravenstraat de eerste oefening van het Leger des Heils gehouden'. Deze samenkomst trok zoveel mensen dat velen geen plaats meer konden vinden en onverrichter zake huiswaarts keerden. De krant raadde de lezers aan zelf een kijkje te gaan nemen opdat 'paal en perk worde gesteld aan stellig onjuiste verzinsels, die ten aanzien van het Leger des Heils de ronde doen'. Ook voor de samenkomsten die volgden was de kleine zaal die slechts voor een paar honderd mensen geschikt was, gevuld met meer dan 250 personen. Na de opening van korps Vlissingen, breidde het Leger zich ook uit naar Retranchement, op 1 november 1888. Van daar uit werden er ook in Sluis regelmatig diensten gehouden. Op 14 en 15 juli 1889 vonden de openingsbijeenkomsten plaats van korps Middelburg. IJzendijke opende zijn deuren op 15 augustus 1889 en op 28 november volgde de opening van korps Yerseke. Niet alle korpsen waren een lang leven beschoren. IJzendijke sloot al na enkele maanden de deuren en Retranchement volgde in 1892. Maar korps Vlissingen had vaste voet aan de grond gekregen. De financiële situatie was zelfs zo goed dat er nieuwbouw plaats kon vinden. Op maandag 2 december 1889 vond de eerste steenlegging plaats en in april 1890 kon het nieuwe gebouw in gebruik worden genomen. Dat het de heilssoldaten niet altijd even gemakkelijk werd gemaakt in deze Zeeuwse korpsen illustreert een tragische gebeurtenis in Yerseke. De plaatselijke bevolking ageerde heftig tegen de komst van het Leger. Regelmatig waren er opstootjes tijdens samenkomsten in de zaal of openlucht. Daarbij werden de heilssoldaten soms lijfelijk aangevallen. Bij een van die opstootjes werd een vrouwelijke heilssoldate zodanig gewond dat ze kort daarna overleed. De Thoo/se en Yerseksche Courant vermeldde dat de Commissaris der Koningin het daarom nodig vond Yerseke te bezoeken. Zijne Excellentie drukte zijn leedwezen uit over 'De ergelijke toonelen die hier zijn voorgevallen sedert het Leger des Heils zich hier gevestigd heeft.' Hij wees op de vrijheid van godsdienst en het recht door de politie beschermd te worden'. Ondanks deze tegenstand volgden in 1890 nog nieuwe vestigingen in Breskens (4 aprilen in Tholen 1 juli). Beide korpsen hadden evenals IJzendijke en Retranchement een korte levensduur. In de loop van 1891 werden ze weer opgeheven. Omdat de Legerleiding ook afdelingen op andere plaatsen in Zeeland en Noord-Brabant wilde openen stond in de Oorlogskreet (nieuwe naam voor De Heilssoldaat) van 2 maart 1890 de volgende oproep: 'Gewenscht: inlichtingen omtrent zalen in de volgende plaatsen: Zierikzee, Brouwershaven, Tholen, Terneuzen, Bruinisse en Bergen op Zoom'. 98

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2007 | | pagina 100