Bioscope. ZIEBIKZEE. - De smaken verschillen, - de meeningen loepen uiteen. OFFICIEREN, gegeven die de vorm van een evangelisatiedienst hadden. Eerst werd het Leger als organisatie gepresenteerd, daarna volgden beschouwelijke verhalen met titels als: 'de Vioolspeler' en 'de Trouwe hond'. Het een en ander werd afgewisseld met liederen van het dameskwartet. Het korps had voor deze presentatie de Concertzaal gehuurd. Deze was tot de laatste stoel uitverkocht. De reacties waren zeer positief en bemoedigend. Over één zaak echter is men het een», namelijk dat de Lagap das Hails- hoogst interessant zijn. De beelden die vertoond worden zijn alle streng zedelijk, sommige echler hoogst komisch. De stille platen, waarbij solo's worden gezongen, zijn iets geheel eenlgs op dit gebied. Een bloscope-avond van het Heilalagar beteekent een avond van zuiver genot, hartelijke vreugde en aanschouwelijk onderwijs. Hier ter plaatse zullen zulke voor stellingen worden gehouden op Dondep* dag 24 Maart, inde Concertzaal, 's nam. 5 uur voor Kinderen en 's avonds 8 uur voor Volwassenen. Voor (Je Klnder-Voorstelllng Is de entrée 10 en 5 cents, begeleiders 15 cent», 's Avonds 20 en 30 cents. Kaarten van af heden verkrijgbaar bij de Kindaratpaat,. alhiar. Maart 1910. De bioscoopbrigade bezoekt Zierikzee. (Coll. Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Zierikzee.) Daarnaast nodigde het korps ook sprekers uit die voor buitenstaanders interessant waren. Toen op 18 maart 1909 de eerder genoemde pionier van liet Leger in Nederland, luitenant-kolonel Gerrit Govaars in Zierikzee te gast was, hoefde het korps ook niet over aandacht te klagen. Kapitein F. van de Veen en luitenant F. Dee volgden kapiteine Vink en luitenante Peters op. De financiële situatie van het korps was inmiddels zo goed dat het korps zich een eigen gebouw kon veroorloven. Het kreeg de beschikking over het oude veilinggebouw in de Kinderstraat B 413 a. Dat het ook vanuit geestelijk oogpunt goed ging met het korps blijkt uit het feit dat een heilssoldaat uit Zierikzee werd aangenomen als kandidaat voor het officierschap: broeder P. Dekker.' In de jaren die volgden gebeurde er niets opzienbarends. De grootte van het korps bleef min of meer gelijk. Dit is te concluderen uit de rapporten die het 100

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2007 | | pagina 102