korps naar de redactie van de Strijdkreet stuurde. Daaruit lezen we dat er in
deze periode wekelijks tussen de vijfentwintig en zeventig exemplaren van het
blad verkocht werden. Ook was opgenomen dat er regelmatig openluchtdiensten
gehouden werden. De korpsofficier verzuchtte daarbij dat er weliswaar mensen
stonden te luisteren, maar dat er verder geen zichtbare resultaten te zien waren.
In het jaar 1912 maakte het korps een heuse opleving mee. Het zou kunnen
zijn dat dit het gevolg was van een bezoek van William Booth aan de Zeeuwse
korpsen. Op 26 februari bezocht hij Middelburg. Vanuit alle Zeeuwse korpsen
waren heilssoldaten opgekomen. Ook Zierikzee had een flinke groep heilssoldaten
afgevaardigd. De zaal in de Schuttershof was overvol, er moesten zelfs mensen
worden weggestuurd. Een aantal hooggeplaatste personen was te gast, zoals de
Commissaris der Koningin, de burgemeester en een aantal predikanten. De bijna
83-jarige Booth sprak over het werk van het Leger des Heils. Een zekere dominee
Oerman sprak de generaal toe met de woorden: 'Waarde generaal. Wij zijn zo blij
u heden in ons midden te zien. Gij zijt voor ons het bewijs van de woorden van de
profeet: "Hij zal uw kracht vernieuwen als eens arends." Wij zijn u dankbaar voor
uw werk vooral omdat het de kerk en het Leger dichterbij elkaar heeft gebracht.
Ik geloof dan ook dat de tijd zal aanbreken dat het Leger des Heils met zijn werk
dat de kerk niet zal doen, zal voortgaan en zal blijven werken naast de kerk.' De
invloed van dit bezoek was in alle korpsen merkbaar. Zo werd in Zierikzee op 14
april een tiental soldaten aangesteld als plaatselijk officier (te vergelijken met een
ouderling in de kerk).
Het bezoek van Booth aan Zeeland was een van de laatste reizen die de stichter
maakte. Toen commandant W. Ridsdel op 18 mei Zierikzee zou bezoeken, werd dit
afgezegd vanwege de plotselinge ziekte van Booth. Desalniettemin gingen andere
geplande activiteiten door. Zo kwamen op tweede pinksterdag de Zeeuwse korpsen
samen op Schouwen en werden openluchtdiensten gehouden in Haamstede en
Zierikzee. Hoogtepunt voor het korps was ongetwijfeld de openluchtsamenkomst
die op 28 juli gehouden werd in het dorp Ellemeet, vanwaar een heilssoldaat van
Zierikzee kwam. Hij was aangenomen als kandidaat voor het officierschap en nam
tijdens deze dienst afscheid. Op 20 augustus kwam het bericht van het overlijden
van William Booth. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Bramwei.
De beloofde afspraak van Ridsdel van 18 mei 1912 werd pas op 9 maart 1914
nagekomen. Als onderdeel van zijn bezoek aan alle Zeeuwse korpsen bezocht hij
ook Zierikzee.. Terecht zei de redacteur van de Strijdkreet dat de commandant op
oorlogspad was geweest.
Inmiddels was de bijeenkomst op Schouwen-Duiveland op de tweede pinksterdag
uitgegroeid tot een traditie die 'Kampdag' genoemd werd. In 1914 werd deze
gehouden in Serooskerke. De korpsen van Goes, Middelburg, Vlissingen, Terneuzen
en Zierikzee hielden verenigde diensten. Adjudant Bruins, de divisieofficier leidde
deze bijeenkomsten en de zangbrigades (zangkoren) van Middelburg en Vlissingen
verleenden medewerking.
Nadat België bij de Eerste Wereldoorlog betrokken werd, waren de Zeeuwse
korpsen moeilijk te bereiken. Op zijn tweede reis naar Zeeland in hetzelfde jaar,
op 6 oktober 1914, ondervond commandant Ridsdel veel vertraging. Het was
het moment dat Antwerpen door de Duitsers zwaar onder vuur kwam te liggen.
Er werd gezegd dat heel Antwerpen in brand stond. Het kanongebulder was in
Terneuzen hoorbaar. Naarmate zijn trein de Belgische grens naderde, groeide de
stoet Belgische vluchtelingen. Alle belangrijke punten zoals bruggen en stations
101