onlosmakelijk met het clubhuis verbonden was. Sinds de beide entiteiten los van
elkaar functioneren, leidt het korps een kwijnend bestaan. De woorden van de
Stichter William Booth blijken nog steeds waar te zijn. Zorg voor de ziel en zorg
voor het leven gaan hand in hand.
Noten
1 Booth. Uit Engelands Donkerste Wildernissen en De Weg ter Ontkoming, p. 48. In dit boek
presenteerde Booth een plan om mensen die aan de onderkant van de maatschappij terecht waren
gekomen, te resocialiseren. De oorspronkelijke titel van dit boek luidt In Darkest England and the
Way Out. Het werd in 1891 vertaald door ds. C.S. Adama van Scheltema.
2 Zie voor de geschiedenis van het Leger des Heils in Nederland: Ringelberg, J.B.K., Met de Vlag in
Top.
3 Na de toespraak nodigde de officier mensen uit om neer te knielen aan de 'zondaarsbank'.
Deze bank stond voor in de zaal opgesteld. De mensen (de zielen) die gehoor gaven aan deze
uitnodiging werden, volgens de zienswijze van het Leger, van hun zonden verlost.
4 Leger des Heils-groepen die betrokken zijn bij de evangelisatie worden brigades' genoemd. Deze
brigade organiseerde bioscoopbijeenkomsten. Hierbij werd door middel van een toverlantaarn
beelden geprojecteerd.
5 Heilssoldaten noemen elkaar broeder en/of zuster.
6 Broeder Piet Bakker was korpssergeant-majoor tot hij op 3 november 1983 op 92-jarige leeftijd
overleed. Hij had een kledingzaak naast het gebouw van het Leger aan de Poststraat. Alle diensten
tijdens de kerstdagen 1943 werden in de zaal aan de Posstraat gehouden. Gezien de capaciteit van
de zaal lijkt dit aantal onwaarschijnlijk. Mogelijk bedoelt Bakker het totale bezoekersaantal van vijf
diensten.
7 Het Leger des Heils richtte vanaf 1891 in de grote steden centra op waar dak- en thuisloze mannen
werden opgevangen en tewerkgesteld. Deze centra werden op een bepaald moment 'Industriële
Inrichtingen' genoemd.
8 Broeder F. Bergsma en zijn vrouw G. Bergsma-van de Klashorst werden tijdens hun verblijf in
Zierikzee aangesteld tot auxiliair-kapitein. De rang 'auxiliair-kapitein (hulp-kapitein)' wordt
gegeven aan heilssoldaten die op oudere leeftijd worden toegelaten tot het officierschap. Na vijf
jaar kunnen ze als zodanig worden bevestigd.
9 De rang "envoy (gezondene)' wordt verleend aan heilssoldaten die geen officier zijn met een
speciale opdracht van de commandant.
Literatuur
W. Booth, In Engelands Donkerste Wildernissen en de Weg ter Ontkoming, Amsterdam 1891.
L.W, de Bree, Zeeland 1940-1945, deel 1, Middelburg 1979.
De Heilssoldaat, jaargangen 1887-1888. Amsterdam.
G. Harinck, Christelijke Encyclopedie, Kampen 2005.
J.H. Gunning JHz, William Booth. Een strijder Gods. Amsterdam 1936.
G. van der Ham, Zeeland 1940-1945, deel2, Zwolle 1990.
H. Knippenberg, De Religieuze kaart van Nederland. Omvang en geografische verspreiding van de
godsdienstige gezindten vanaf de Reformatie tot heden, Assen 1992.
Oorlogskreet, jaargangen 1889-1895, Amsterdam.
J.B.K. Ringelberg, Met de Vlag in Top. De geschiedenis van het Leger des Heils in Nederland (1886-1946),
Amsterdam 2005.
Strijdkreet, jaargangen 1896-2006, Amsterdam.
Vrije Stemmen van Schouwen-Duiveland, jaargang 1945.
Zierikzeesche Nieuwsbode, jaargangen 1897 - I960.
114