meester en Eduard Verkade. De koffiekamer werd gerestaureerd, een nieuwe
filmcabine werd geplaatst en ook werden een nieuwe luchtbehandeling en
noodverlichting geïnstalleerd. De zijbalkons waren weggehaald en nieuwe
fauteuils van een lichte houtsoort met terracotta zittingen geplaatst. Geleverd
door de firma Erven uit Oirschot. Het totaal aantal zitplaatsen bedroeg nu 499,
tegen 550 voorheen. Nederlandse films bleven wel op het programma staan zoals
"Lentelied" met Ank van der Moer tijdens de Paasdagen van 1941, waarbij ook
nog trots kon worden aangekondigd dat de film gedeeltelijk speelde op
Schouwen-Duiveland. In mei 1941 werden nieuwe ventilatoren in gebruik
genomen waardoor in het vervolg gedurende de hele filmvoorstelling gerookt
kon worden. Ter ere van deze verbetering werd iedere bezoeker zelfs een pakje
sigaretten aangeboden! Ondanks het feit dat relatief veel Nederlandse films
geprogrammeerd werden, zoals "Morgen gaat 't beter", "Rubber", "t was 1 april",
"Fientje Peters poste restante" en "De suikerfreule", ontkwam ook de Concertzaal
in 1942 niet aan de verplichte vertoning van de film "De eeuwige jood". Het
andere eveneens verplichte nummer "Jud Süss" heeft in Zierikzee nooit gedraaid.
Het Nederlandsche Arbeidsfront organiseerde in oktober 1943 voorstellingen van
de film "Unser Fraulein Doktor" in zaal De Koster in Burgh en in café Centrum in
Dreischor. Vanaf diezelfde maand werd er in de Concertzaal voortaan ook op
maandagavond film vertoond en vanaf februari 1944 werd een jeugdbioscoop
ingesteld op de eerste zaterdag van de maand. Op 18 januari 1944 werd nog
geadverteerd voor een leerling-operateur, maar kort daarop was het afgelopen.
Op 19 februari 1944 werd de 'afvoer' van de bevolking van Schouwen-Duiveland
afgekondigd en was het met de filmvoorstellingen op het eiland gedaan.
Na de oorlog
Na de bevrijding duurde het even voor het openbare leven op Schouwen-
Duiveland weer op gang kwam. De inundatie moest ongedaan worden gemaakt
en de bevolking moest terugkeren naar het eiland. Betrekkelijk snel werden de
voorstellingen in de Concertzaal hervat. Op 21 juli 1945 was het zover met de
vertoning van de Engelse film 'Klaar voor onderwater". De krant De Vrije
Stemmen meldde dat de eerste voorstelling een officieel karakter droeg, waarbij
de heren C. de Looze en R. Gerritsen herinnerden aan de moeilijke bezettingsjaren.
Een uitverkochte zaal zong het Wilhelmus. Dat de infrastructuur nog niet goed
werkte moge blijken uit de annonce van een week later waarin bekend werd
gemaakt dat bij het drukken van De Vrije Stemmen de film van zaterdag nog niet
was gearriveerd. Voor bijzonderheden werd veiwezen naar de Dam, waar de
Concertzaal een reclame-etalage had. De oorlog werkte ook in de programmering
nog door. In oktober werd de film "The silver fleet" vertoond die een beeld gaf
van het ondergronds verzet in Nederland.
In juni 1946 woedt er in de kolommen van De Vrije Stemmen een polemiek
tussen de plaatselijke filmexploitanten enerzijds en een zekere "v.cl.B." anderzijds
over de kwaliteit van de filmprogrammering .Voornaamste verwijt is dat de voor
Zierikzee uitgezochte films te commercieel zouden zijn, dat wil zeggen van
slechte kwaliteit en dus niet cultureel genoeg. Al dan niet toevallig werd kort
daarop in het kader van het 'Filmfestival 1946', een samenwerkingsverband van
de Nederlandse Bioscoopbond, de Groene Amsterdammer en de Zeeuwse
Volksuniversiteit, een voorstelling georganiseerd van de in filmligakringen
populaire Russische film "De moeder".
125