Wetenschap als vrijetijdsbesteding Natuurkundige genootschappen te Zierikzee tussen 1794 en 1850 door Betty Blikman-Ruiterkamp Inleiding In de tweede helft van de achttiende eeuw ontstonden er in de provincie Zeeland enkele Natuurkundige Genootschappen. We weten van het bestaan van twee Middelburgse genootschappen, een in Vlissingen en een in Goes. Van Zeeuws- Vlaanderen noch van Tholen is op dit moment bekend of er ooit een dergelijk genootschap heeft bestaan. Over het 'Natuurkundig Genootschap' oftewel het 'Physisch College' te Zierikzee is weinig bekend. Het genootschap heeft geen archief nagelaten en maakte nauwelijks gebruik van de in 1809 opgerichte Zierikzeesche Courant om leden te werven of bekendmakingen te doen. Slechts kleine zaken, zoals een notarisakte, een gedrukte redevoering en een museaal object nodigden uit tot zoeken. Het natuurkundig genootschap als verschijnsel Op de overgang van de vroegmoderne naar de moderne tijd ontstonden in Nederland diverse natuurkundige genootschappen. De leden hiervan hielden zich in hun vrije tijd bezig met natuurkundige experimenten. Hun motivatie sproot voort uit nieuwsgierigheid en leergierigheid, maar ook geloofsredenen speelden een rol. De schepping was zo interessant en wonderbaarlijk mooi, dat men er meer van wilde weten. Wie de natuur bestudeerde, eerde de Schepper. De periode die hieraan vooraf ging en in ruime mate heeft bijgedragen aan ontwikkeling van deze gedachte, werd de Verlichting genoemd. Deze liep grofweg van 1650 tot aan de Franse Revolutie. De Verlichting stelde het individu centraal. Dogmatische gedachten verminderden en dat beïnvloedde de opvattingen over politiek, filosofie, wetenschap en religie binnen Europa. Het ontdekken van andere werelddelen en het contact met andere volken veranderde de zienswijze op veel zaken. Een belangrijk principe in het gedachtegoed van de aanhangers was, dat men niet alles klakkeloos aan moest nemen wat de autoriteiten (lees predikanten) zeiden, maar dat de waarheid rond bepaalde zaken te vinden was via de ratio. Gedachten- en geloofsvrijheid waren belangrijke eisen van de aanhangers van de Verlichting. In de zeventiende eeuw ontwaakte de belangstelling voor natuurwetenschappen. Het Natuurkundig Genootschap te Middelburg werd in 1780 opgericht en stond toen onder leiding van mr. Johan Adriaen van de Perre. Het is een van de weinige nog bestaande natuurkundige genootschappen.1 Het informele gezelschap in Goes kwam tussen 1769 en 1795 bijeen onder leiding van Marinus Slabber (1740-1835). Net als in Zierikzee heeft dit genootschap geen archief nagelaten. Het oprichtingsjaar van het Zierikzeese Natuurkundig Genootschap is onbekend, mogelijk heeft de oprichting van het Middelburgse Genootschap de Zierikzeeënaren gestimuleerd. Hoewel Zierikzee geen universiteit bezat, was er wel een Latijnse school aanwezig en bovendien een intellectuele bovenlaag.2 Binnen de 86 leden van de Zierikzeese vroedschap tussen 1747 en 1795 bevonden zich 41 afgestudeerde juristen en 11 dito medici. De theologen (6 a 7) moeten hier nog bij worden opgeteld. Verder zullen zich ook mensen met een lagere opleiding geïnteresseerd hebben getoond: apothekers bijvoorbeeld en landmeters. 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2007 | | pagina 37