studeerde medicijnen in Leiden, volgde genees- en scheikundige colleges bij Herman Boerhaave (1668-1738) en wis- en natuurkunde bij Willem Jacob 's Gravesande (1668-1742). Voordat Baster zich als dokter vestigde, maakte hij een studiereis naar Parijs en Londen. Uit deze periode dateren zijn vele contacten met buitenlandse geleerden. Teruggekeerd vestigde hij zich als arts te Zierikzee in het pand Havenpark 35. Naast zijn dokterspraktijk besteedde hij veel tijd aan weerkundige waarnemingen. Ook correspondendeerde hij met wetenschappers uit diverse landen. Bovendien schreef hij verscheidene verhandelingen over natuurkundige verschijnselen, ziekten, epidemieën en zeeorganismen. Hiermee verwierf hij landelijk bekendheid in wetenschappelijke kringen. Vooral zijn vertoog over de samenstelling van de lucht werd geprezen. Het inspireerde de Thoolse arts Iman Jacob van den Bosch (1731-1781) tot het schrijven van zijn verhandeling over "De Oorzaken, Voorbehoeding en Geneezing der Ziekte uit Natuurlijke Gesteldheid van het Vaderland voortvloeijende." Dit werk werd in 1775 met goud bekroond door de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem en vormde de basis van een nieuw vakgebied, de medische geografie. Van den Bosch stelde Baster op een lijn met de befaamde Leidse hoogleraren Boerhaave, Van Musschenbroek en Gaubius. Hij formuleerde dit zo: "De verhandeling van de lucht van den onsterfelijken Boerhaave, de onvermoeide waarnemingen van de wereldberoemden P. van Mussenbroek (1692-1761), het alles overtreffende ziektekundig onderwijs van den grooten Gaubius (1705-1780, en opvolger van Boerhaave), en de Fraaije Proeve over de Lucht van den alomgeprezen J. Baster." Het moge duidelijk zijn dat Baster de voortgang van de natuurwetenschappen een grote dienst heeft bewezen. In zijn tijd was hij de enige natuurwetenschappelijk geïnteresseerde in Zierikzee. In een brief aan Petrus Camper (1722-1789), hoogleraar te Franeker, Amsterdam en Groningen (en grondlegger van de zoölogie) schreef Baster: "In dit afgelegen hoekje van de wereld hoort men noijt iets nieuws, als door correspondentie, die men zelfs onderhoudt: en ik ben hier maar alleen en de eenigste die liefhebberij tot studie heeft." Baster was lid van enkele 'geleerde genootschappen' zoals de Royal Society te Londen en de Duitse Keizerlijke Academie der Natuuronderzoekers (Academia Caesarea Leopoldino- Caeolinae Natureae Curiosum). Hij stierf in 1775 en heeft dus niet meegemaakt dat in 1779 de Natuur- en Geneeskundige Correspondentie Sociëteit der Verenigde Nederlanden werd opgericht naar Frans voorbeeld. Deze organisatie stelde zich ten doel te zoeken naar een verband tussen de luchtgesteldheid, epidemieën en ziekten. In het voorwoord van de verhandeling van dit genootschap werd Baster geprezen als pionier op dit gebied. De combinatie van natuur- en geneeskunde was een erfenis van het gedachtegoed van Boerhaave. Hij wees zijn studenten er steeds op dat medische kennis stoelt op een grondige basiskennis van de andere natuurwetenschappen, zoals natuurkunde en scheikunde. De Correspondentie Sociëteit verzamelde waarnemingen op meteorologisch en geneeskundig gebied, waar lokale medewerkers of correspondenten aan meewerkten. Vier correspondenten woonden in Zierikzee. Dit waren Hendrik Hars en Cornelis Stadhouder, beiden chirurgijn in het leger, dr. Jan Macquet (1731-1798), arts en burgemeester te Zierikzee en Albertus van der Schatte (1735-1807), burgemeester en raad te Zierikzee. Macquet was in dit verband de ijverigste. Hij was bevriend geweest met dr. Job Baster en stuurde een medische plaatsbeschrijving in, vergezeld van een sterftelijst van Zierikzee over de jaren 1700-1780. De 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2007 | | pagina 39