schreef hij twee met een prijs bekroonde verhandelingen. Op drie april 1824 promoveerde hij twee maal: eenmaal tot doctor in de natuurkunde (op een astronomisch onderwerp) en eenmaal tot doctor medicinae. In zijn studiejaren vergat hij zijn moederstad niet: tijdens familiebezoeken hield hij natuurkundige voordrachten voor het Physisch College. In 1825 aanvaardde hij een benoeming als hoogleraar in wiskunde en natuurfilosofie te Franeker en in 1835 maakte hij de overstap naar Groningen. Als eerste in Nederland verdedigde hij Ampères stellingen op elektromagnetisch gebied. Zijn afscheid als rector van cle hogeschool aldaar op 13 oktober 1842 werd in de Zierikzeesche Courant vermeld. Zit RIKZEE •-laven.pï«ïin Het huis links van het Vrijpoortje werd jarenlang bewoond doorleden van het geslacht Ermerins. Cor Pols, Zierikzee zoals het was deel 2. De Zeeuwsche Boekhandel en iiitg. 1991 Eveneens het vermelden waard is de naam van Gijsbrecht van der Jagt (1800- 1829). Hij diende enkele jaren als loopjongen. Deze zoon van een Zierikzeese huisschilder ontwikkelde zich enorm en werd leerling aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst te Den Haag. In 1823 won hij daar de hoogste prijs. Daarna werd hij aan de Academie als onderwijzer aangesteld, en in 1826 zelfs tot directeur van de afdeling bouwkunde benoemd. Ook werd hij lector in de wis- en natuurkunde. Helaas overleed deze veelbelovende man op vijf augustus 1829 aan de tering. Een jaar later verscheen van zijn hand: Grondbeginselen der meetkunde voor den ambachtsman. De opheffing Het is aannemelijk dat het Natuurkundig Genootschap een vrij gesloten club was. Iedereen kende elkaar immers in het stadje. Leden konden gemakkelijk worden geworven. Toch liep hun aantal terug. In 1817 besloot men mededelingen in 48

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2007 | | pagina 50