een "voortreffelijke inhaling" en in de andere dat "zulke vertoningen toch maar
bitter weinig betekenen." De mededelingen van het genootschap Physica werden
vanaf de oprichting van de Nieuwsbode in deze krant geplaatst. Van der Weijde
emigreerde in 1848 naar de Verenigde Staten.23 Daar maakte hij carrière. Hij
verwierf 60 patenten op het gebied van elektriciteit, het drukken van boeken en
op de uitvinding of verbetering van een ijsmachine. Dit leverde hem 65.000 dollar
op. Ook arrangeerde hij muziek, bijvoorbeeld: "Al is ons landje nog zo klein" en
het "Haringlied". Van der Weijde overleed te New York, 80 jaar oud.
Van Adriaan Pieter de Looze (geboren in 1807 te Zierikzee) is niet zeker of hij
deelnam aan de genootschapsavonden. Hij was eigenaar van sociëteit Concordia
aan de Appelmarkt, waar vanaf 1844 de bijeenkomsten werden gehouden. In
genoemd jaar verscheen er een kort berichtje in de krant dat "de vergadering van
het genootschap Physica van 5 december om gewichtige redenen is uitgesteld tot
12 december."24
Het laatste levensteken
Op 6 november 1848 maakte het genootschap nogmaals gebruik van de
Zierikzeesche Nieuwsbode om te adverteren: "het neemt tevens deze gelegenheid
waar, om het publiek op het hooge nut dezer inrigting opmerkzaam te maken
en te berigten dat, dat de cursus in de afgelopen jaren voleindigd is, er thans
door de lector den heer P. H. van der Weijde eenen nieuwe cursus van de eerste
beginselen af, is geopend." Men wees er op dat de lessen op 26 oktober waren
hervat en dat er nog plaats was voor nieuwe cursisten. De contributie bedroeg vijf
gulden en twintig cent per seizoen. Geïnteresseerden hoefden zich slechts tot een
van de leden te wenden om te worden voorgedragen. Dit is het laatst gevonden
levensteken van het Genootschap Physica. Waarschijnlijk werd het gezelschap
niet lang hierna opgeheven. De belangrijkste reden hiervoor lijkt dat Van der
Weijde plotseling met zijn gezin naar Noord-Amerika emigreerde.25 Zonder deze
lector kennelijk geen lessen. Ook is het onduidelijk of er voldoende belangstelling
was van de zijde van het publiek. De natuurwetenschappen specialiseerden zich
steeds meer. Daardoor werden ze voor de leek steeds minder begrijpelijk en
minder interessant. Het doek viel deze maal definitief.
Naschrift
Binnen Zierikzee zijn nog enkele antieke instrumenten aanwezig, waarmee
natuurkundige waarnemingen werden gedaan. Mogelijk heeft de microscoop die
in 1911 aan het Zierikzeese gemeentemuseum werd geschonken door drogist
Samuel Meijer Polak, dienst gedaan tijdens de lessen van genootschap nummer
drie.26 In het gebouw van de Scholengemeenschap Pontes, locatie Professor
Zeeman, zijn nog enkele oude instrumenten aanwezig, welke waarschijnlijk
afkomstig zijn van het Physisch College. Het zijn een sextant en een spiegelkijker,
welke laatste het jaartal 1776 draagt. Mogelijk werd deze aangeschaft door het
genootschap te Goes en later gebruikt door genootschap twee te Zierikzee.
Deze getuigenissen van de belangstelling onder de Zierikzeese burgers voor
natuurwetenschappen verdienen alle een veilige plaats in het Zierikzeese
Stadhuismuseum om de herinnering aan het bestaan van interesse onder de
bevolking van Zierikzee levend te houden.
54