Waar je spraakloos geniet, van de kleur die je ziet', uit het liedje van Louis Davids uit de dertiger jaren, was ook van toepassing op de kop van Schouwen. In die jaren was het strand nog nauwelijks ontdekt, wel de bloembollenvelden. De Ver. tot Bevordering van het Vreemdelingenverkeer te Zierikzee organiseerde dan ook in het voorjaar uitstapjes naar de bloeiende bollen. Behalve de goede samenstelling van de grond was er nog een reden waarom kwekers uit Lisse en omstreken, zoals Bijlevelt, Bekker en Van Waveren hun geluk gingen beproeven in de Westhoek van Schouwen. De grond was vers en vrij van ziektekiemen zoals aaltjes waar vooral narcissen- en tulpenbollen gevoe lig voor waren. Aaltjes zijn draadwormen of nematoden, ongeveer een millimeter groot, die van wortelpunten leven. Bovendien was er voldoende mankracht en de bollen konden per schip vanuit Burghsluis naar Rotterdam vervoerd worden. En zo kon het gebeuren dat een 33-jarige jongeman, Hendrik Simon van Waveren geboren op 20 november 1870 in Lisse, zijn goede baan als handelsreiziger bij de firma Segers, bloembollenkweker te Lisse, inwisselde voor een bestaan als zelf standig ondernemer in de Westhoek van Schouwen waar hij zich op 15 juli 1903 liet inschrijven in de gemeente Haamstede met zijn vrouw Cornelia van Voorst geboren op 18 maart 1876 in Haarlemmermeer en hun vier kinderen Simon Hendrik, Suzanna Maria, Hendrik en Pieter Lambertus. Dat mijn grootvader een goede positie opgaf blijkt uit de brief die de burge meester van Haamstede op 16 december 1903 schreef aan de burgemeester van Lisse waarin hij beleefd verzocht een aantal vragen te beantwoorden betreffen de de gegoedheid van Hendrik Simon van Waveren. Het onderwerp van de brief betreft de plaatselijke belastingen. Uit de antwoorden blijkt dat mijn grootvader een zuiver inkomen had van 1050,- per jaar waaivan 500,- onbelastbaar. In de laatste vraag staat het volgende: "Stond hij in uwe Gemeente bekend als zeer gegoed, gegoed of mingegoed?" Het antwoord luidde: "Kon behoorlijk leven". Tenslotte wordt nog vermeld: "Van de door U verstrekte inlichtingen zal een bescheiden gebruik worden gemaakt." Ook de Inspecteur der Registratie te Goes krijgt antwoord op vragen omtrent zijn financiële positie in verband met de ver mogensbelasting. Die brief vermeldt het volgende: "Dat in de maand Juli 1903 zich in deze gemeente heeft gevestigd de heer Hendrik Simon van Waveren, komende van Lisse. Ofschoon zijn vermogen mij onbekend is, meen ik toch op hem Uwe aandacht te moeten vestigen". Ook een eeuw geleden werd belastbaar bezit goed in de gaten gehouden. Om een bedrijf te kunnen stichten had Hendrik Simon van Waveren een geschikte plek nodig. In een brief van 9 november 1903 van Burgemeesters en Wethouders van Haamstede aan Gedeputeerden Staten van Zeeland, leggen zij ter goedkeuring voor het besluit van het Burgerlijk Armbestuur van Haamstede tot het in erfpacht uitgeven van een perceeltje bouwland aan de heer H.S. van Waveren. "Omdat van deze grond" zo schrijven zij, "door deze uitgifte in erf pacht eene veel hogere opbrengst zal worden verkregen en daarop gebouwen zullen worden gesticht, achten wij deze handeling in het belang van het armbe stuur en in het algemeen belang van deze streek". Uit de correspondentie van 1904 van de gemeente Haamstede, toegezonden aan de Controleur directe belastingen en de bewaarder der Hypotheken, staat in de perio de 1 januari-1 juli 1904 de stichting vermeld van een woonhuis en een woonhuis en bollenschuur met als eigenaar van de percelen H.S.van Waveren. Het perceeltje met bloeiende tulpen maakte plaats voor het bloembollenbedrijf van fa. H.S.van Waveren. 61

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2007 | | pagina 63