vader Johan. Na het planten werden de bedden gelijk geharkt. Om de bollen tegen bevriezen te beschermen en om stuiven van het zand te voorkomen moes ten de bedden worden afgedekt met stro dat werd vastgestoken. Als in het voor jaar de punten van de bollen boven de grond kwamen, werd het stro verwijderd. Dat stro kon twee jaar worden gebruikt. Het werd na gebruik op een klamp gezet en afgedekt met riet tegen de regen. Het gewas werd intensief gecontroleerd op ziektes. Onder een grote paraplu, die schaduw over het land bracht, speurde de 'ziekzoeker' naar door virus aangetast blad grijze strepen of stippen en naar planten aangetast door de geelziekbacte rie. De zieke bollen werden met een speciaal schopje uitgestoken en verbrand. Al het personeel werd getraind op dit werk. Zieke bollen die ontdekt werden, moesten gemerkt worden met een stokje. Jan van Waveren is waarschijnlijk bij deze activiteit zijn trouwring verloren: de ring werd later teruggevonden tus sen de gedroogde bollen op de stellingen. Tijdens de groei werd het onkruid geschoffeld of met de hand uitgetrokken. Vlak voor het rooien werd ook het loof met de schoffel verwijderd. Na maanden van hard werken kon men na half juni beginnen met rooien. Omdat de bollen op regels geplant waren, kon de rooier ze precies terugvinden. "Je kreeg heel wat te horen van je vader als er een bol naast het lijntje gezet werd", aldus Marien Visser. Op zijn knieën over het bed kruipend, lichtte hij met de rooitroffel de bollen uit de grond. De gerooide bollen gingen in een rooimand- je, dat door de zifter werd meegenomen. Hij stortte de bollen op een zandzeef waarmee het aanhangend zand werd verwijderd. De firma Van Waveren had ook een verrijdbare scbokzeef die op het land stond. De schoongemaakte bollen wer den in zakken gestort en op de sleperswagen gezet, voortgetrokken door paar den die bij Molenberg werden gehuurd samen met een menner. De bollen wer den op stellingen gestort om te drogen. Dit gebeurde in de schuur. De ventilatie werd geregeld door de deuren een klein beetje of wat wijder open te zetten. In de voorste schuur werden de bollen gedroogd op gaasbakjes die op de zolder stonden. Het bedrijf werd in 1950 uitgebreid met een lattenloods, gebouwd door eigen personeel. Het hout van de stellingen uit de in 1946 afgebroken schuur bij Diverse voorwerpen en gereedschappen. Bollenmand met de V van Van Waveren. bollenkist met ervoor een rooitroffel schopje om zieke bollen uit te steken en een schoffel. Op het krukje een gaas- bakje. De plattander, een hark en de graaf staan er tegenaan. Daarnaast staat het plantrek, de sorteerzeef en de spit lijn. De zinken schaal staat ervoor. 72

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2007 | | pagina 74