Europese landen uitgerust. Alleen op de Levant of het oostelijk gedeelte van de Middellandse Zee is nooit gevaren. Sommige landen, zoals Schotland en Zweden, werden slechts sporadisch aangedaan. Ook de Oostzee werd onregelmatig beva ren. Hoewel cle handelsvaart op cle meeste Europese gebieden in het derde kwart van de achttiende eeuw afnam, vertoonde de vaart op Portugal, Spanje en de Middellandse Zee een lichte stijging. De Straatvaart steeg zelfs sterk, een toename die voor een niet onbelangrijk deel de verdienste was van Heshuijsen De Jonge. Pa rtenrederij In de zeventiende en achttiende eeuw was participatiedeling in de koopvaart een gangbare vorm van ondernemen. Daarbij was de financiering in handen van diverse personen. Investeerders verenigden zich in zogenaamde partenrederijen, waarin zij elk een deel van de kosten voor hun rekening namen. Na afloop van cle handelsreis deelden de reders in de winst of het verlies naar rato van hun geldelijke inbreng in de onderneming. Het systeem van partenrederij bood ook minder kapitaalkrach tigen, zoals ambachtslieden en schippers de mogelijkheid om in de uitreding van koopvaardijschepen te participeren. Bovendien konden de scheepsparten desge wenst worden verkocht of worden vererfd. De kracht van de partenrederij lag dus in de beperkte aansprakelijkheid en de vrije beschikking van de aandeelhouder over zijn inleg. Deze investeringsvorm was overigens geen typisch kenmerk voor de koopvaart, ook in de visserij en bepaalde takken van nijverheid, zoals lijnbanen en meestoven, was participatiedeling een gebruikelijke bedrijfsvorm. De verdeling van de scheeps parten varieerde, maar waren in het achttiende-eeuwse Zierikzee vaak gesplitst in éénachtste of éénzestiende parten. Maar ook delen daarvan kwamen voor. De meeste aandeelhouders in een partenrederij waren passieve participanten en hun investering diende grotendeels als belegging. Sommigen hadden nog een ander belang in de rederij, omdat zij bepaalde diensten of goederen voor het schip lever den. Zo hadden de Zierikzeese kooplieden Cornelis en Anthony de Kanter aande len in meerdere schepen van Heshuijsen De Jonge, waarvoor de eerste koopman het bier leverde en de tweede het timmerwerk verrichtte. Binnen de koopvaart trof men verscheidene varianten van participatie aan. Meestal had de partenrederij betrekking op zowel het schip als lading, maar deelneming in alleen het schip of de lading was niet ongebruikelijk. In het eerste geval werd er 'op eigen rekening' gevaren. In het tweede geval was er sprake van bevrachting. Daarbij trad een bepaalde rederij op als verhuurder van schip en bemanning en werd de lading door andere kooplieden gekocht en geleverd. De firma Heshuijsen De Jonge heeft in alle vormen geparticipeerd. Met het oog op de vele risico's waren persoonlijke relaties in de handel van groot belang en daarbij speelde vertrouwen een belangrijke rol. Daarom was het wense lijk dat een deel van de reders uit familieleden bestond. Ook bij Heshuijsen De Jonge treffen we een verzwagerde aandeelhoudersstructuur aan. Zo werd Marinus Bonifacius de Jonge door zijn huwelijk met een nicht van Andries Heshuijsen han delspartner in de onderneming. Andere met Heshuijsen verzwagerde partenreders waren onder andere Isaak Boom en Cornelis Bodt. Niet alle rederijen waren overigens partenrederijen. Soms was het zowel het schip als de lading in handen van één koopman. Zierikzee telde in het derde kwart van de achttiende eeuw elf koopvaarders die in eigen beheer werden uitgereed. Heshuijsen De Jonge hadden bijvoorbeeld het schip de Jonge Jan in volledig eigendom. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2008 | | pagina 10