1
1
1
z
Koopvaardijvloot van Zierikzee, '1763-1793
schepen Heshuijsen De Jonge
n o\erige Zierikzeese schepen
i—i
i i i i i i i
1763 1768 1773 1778 1783 1788 1793 are"
Bronnen: GASD, Archief Slavenkas 30-63.
De vaart op Essequebo
In 1766 vroegen Heshuijsen De Jonge via de eerder genoemde Middelburgse
procuratiehouder Mounier handelspassen aan bij de West-Indische Compagie
(WIC) "omme met vrijheid op Essequibo ende onderhoorige rivieren en plaatsen
te komen en mogen navigeren".8 Essequebo, een vruchtbaar gebied aan de gelijk
namige rivier in het huidige Brits Guyana, viel, nadat het in 1632 door de WIC
aan Zeeland was overgedragen, al meer dan 130 jaar onder Zeeuws bestuur. Later
droegen de Staten van Zeeland het dagelijks beheer van de kolonie over aan de
kamer Zeeland van de WIC. Benoemingen van commandeurs en andere belangrijke
beslissingen betreffende de kolonie waren echter aan het landelijk bestuur van de
Compagnie voorbehouden.
Door de toenemende vraag naar suiker en koffie groeide de kolonie gestaag en in
de tweede helft van de achttiende eeuw zou het aantal plantages aan de Essequebo
en de Demerary, een oostelijk gelegen rivier waar de aanleg van plantages in 1745
was opengesteld, zich snel uitbreiden. Voor de financiering daarvan werden zoge
naamde 'negotiatiën' of vennootschappen met directieleden en participanten
opgezet die hypotheken aan planters verstrekten. Daarbij heeft de Middelburgse
koopman en regent Kornelis van den Helm Bocldaert een belangrijke rol gespeeld.
Voor latere leningen klopte Van den Helm Boddaert bij Hollandse geldschieters aan
en leverde het in Haarlem gevestigde handelshuis van Adolf Jan Heshuijsen, een
familielid van Andries Heshuijsen, geen onbelangrijke bijdrage.
Hoewel de kolonie binnen het monopoliegebied van de WIC viel, was de kamer
Zeeland op basis van de eerder vermelde overdracht van de Staten van Zeeland van
mening dat uitsluitend ingezetenen van het Zeeuwse gewest het handelsrecht op
Essequebo hadden. Dit leidde menigmaal tot onenigheid met de andere kamers
van de WIC en vanaf 1750 drongen deze aan op een vrije vaart op Essequebo en
11