Na het uitbreken van de oorlog stelde stadhouder Willem V de wettelijke bepa
lingen ter regulering van de kaapvaart in werking en om reders van kaapvaarders
te activeren werd een aantrekkelijk premiestelsel ingevoerd. Om het kapen van
Engelse schepen nog aanlokkelijker te maken werd halverwege 1781 het rantsoe
neren, of het opleggen van een schatting waarna het genomen schip werd vrijgege
ven, officieel toegestaan.
De firma Heshuijsen De Jonge heeft als enige Zierikzeese rederij kaapvaart
bedreven. Aangetrokken door het van kracht zijnde rantsoeneringrecht, rustte de
firma in de zomermaanden van 1781 de commisSievaarder de Hoop uit. De veer-
tigkoppige bemanning van het loggerschip werd gecommandeerd door de Franse
kapitein Jean Cassin en de vuurkracht van het kaperschip bestond uit veertien stuk
ken geschut van verschillend kaliber. In oktober 1781 zeilde Cassin uit en wist al
snel successen te boeken.
Toch was de handelsfirma niet tevreden over de zeilkwaliteiten van cle Hoop en
kocht in december 1781 een door Franse kapers genomen Engels schip dat in de
Goede Verwachting werd omgedoopt.14 Het met achttien stukken bewapende bar-
kentijnschip was door de bekoperde scheepshuid een snel en wendbaar schip,
waarmee in de daaropvolgende maanden een flink aantal Engelse schepen werd
buitgemaakt.15
In juni 1782 stapte Cassin over op een Middelburgse kaper, waarna het gezag over
de Goede Verwachting door de eveneens uit Frankrijk afkomstige kapitein Jacques le
Breton werd overgenomen. Ook Le Breton wist enkele prijzen binnen te halen, maar
hij kon niet voorkomen dat zijn vetste buit door een Engelse bodem werd hernomen.16
zierikzeese kaper - 1782
Kaping van, de Engelse pakketboot van kapitein Matthew Flynn door de Goede Verwaching onder
commando van Johan Willem Sextrob, 28 oktober '1782. Kopergravure doorj Kobel (Iiistoriscb-
lopografische atlas, nr. ZG 0007, Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Zierikzee).
15