de wijnkelder van opa Wim, betreffen hoofdzakelijk de drie vooroorlogse jaren 1937-
1939 en de eerste vier oorlogsjaren 1940 tot en met 1943. Daarna werd het eiland
onder water gezet en de nog levende naaste familieleden Merle en Klok werden naar
Amsterdam geëvacueerd en bij ons ingekwartierd.
Hoe beleefde ik in die jaren de zaak Naast de Beurs? Ik herinner me een duidelijke
taak- of rolverdeling. Opa Wim zat in zijn kantoor, een door glas afgeschermde hoek
van de winkel, met Marietje van der Kreeke die de boekhouding bijhield. Oma zwaaide
de scepter in de winkel. Jane hield de winkel zowel als het woongedeelte van het huis
schoon en kookte voor het gezin. Opa ontving vertegenwoordigers van de grote le
veranciers in zijn kantoor en deed er zijn bestellingen. Daar nam hij personeel aan of
nam afscheid van hen. Ook studeerde hij er handelswetenschap, Duits, Engels, Frans
en las veel over de thee-, koffie-, cacao-, rijst-, specerij- en andere cultures in Neder
lands Oost-Inclië. Hij hield bij welke nieuwe ontwikkelingen er waren op het gebied
van de detail- en groothandel en met welke plaatselijke en landelijke concurrenten
hij rekening moest houden. Op het eiland hield Willem Merle af en toe een lezing of
een voordracht voor de Loge van Vrijmetselaars en voor andere verenigingen en ge
zelschappen. Het ging dan over zijn interesse in de tropische cultures of over de pas
ingevoerde distributieregeling voor brandstof, kleding en levensmiddelen.
Opa Wim had altijd belangstelling voor nieuwe maatschappelijke, technische en we
tenschappelijke ontwikkelingen en maakte er gebruik van wanneer ze nuttig leken
voor zijn gezin of zaak. Zo haalde hij al vroeg een rijbewijs en schafte een kleine be
stelauto voor de zaak aan. In het begin van cle jaren dertig kocht hij een personenauto
en rond 1937 ruilde hij zijn eerste bestelauto in voor een lange bestelwagen. Die werd
als winkelwagen ingericht: een vroege voorloper van de na-oorlogse SRV-wagens. In
het begin van de bezettingstijd werd de personenauto gevorderd. De winkelwagen
was voor de bezetter niet interessant, maar moest wel in cle garage blijven. De wagen
kwam op blokken in de garage te staan en ik heb er in de vakanties van de zomers
1940 tot en met 1943 zowel winkeltje als chauffeur in kunnen spelen. Omajans Merle
was de altijd aanwezige spil in cle winkel. Zij kende haar klanten, haar personeel met
Bestelauto van de zaak omstreeks 1929
28