werkt tot turf, diende als brandstof voor de steenovens. In de tweede helft van
de 17de eeuw werd het graven naar derrie op Walcheren opnieuw streng verbo
den en waarschijnlijk werd dit verbod sindsdien daadwerkelijk opgevolgd.
Op Schouwen waren ook steenbakkerijen. Zo kreeg in 1595 Nicolaas Cauwe toe
stemming een steenoven binnen Poortambacht te bouwen en er onder bepaal
de voorwaarden ook te derriën9. De naam Steenovenseweg in de Zuidhoek bij
Zierikzee wijst de plaats van dit vroegere bedrijf aan.
Behalve het dertien voor bovengenoemde doeleinden was er op Schouwen ook
sprake van veenwinning in relatie tot de aanleg van inlaagdijken. De aanleg van
deze achterdijken kwam op gang in de I4dc eeuw toen de Oosterschelde steeds
meer tegen de zuidelijke zeedijk van Schouwen begon op te dringen. Op plaatsen
waar men een dijkval vreesde, werd uit voorzorg op gemiddeld 250 meter afstand
van de zeedijk een inlaagdijk aangelegd. Daarvoor was veel grond nodig die men
bij voorkeur uit de naaste omgeving haalde. Aan weerszijden van de inlaagdijk
werd het polderland ontdaan van cle bovenste 40 cm klei. Men sprak van 'afge
harde grond' en van 'geroofde' of 'uitgeslagen' landen. Op die manier ontstonden
de zogenaamde karrevelden met vele greppels voor een goede afwatering1®, Bij
dit uitkanen kwam de derrie vaak aan de oppervlakte. De verleiding om ook deze
laag af te steken moet er zeker zijn geweest. In een brief van 24 februari 1538
van Karei V wordt het derriën in dergelijke gebieden expliciet verboden". In 1540
verbood de keizer ook het derriën op plaatsen waar het te voorzien was dat in
de toekomst een inlaagdijk gelegd zou moeten worden12. De derrie zelf mocht in
ieder geval niet voor de aanleg van een (inlaagjdijk worden gebruikt13. Juist in cle
De omgeving van Zierikzee op de topograf ische kaart van '1914. Met een kru isje is de plaats van de
turfwinning in de Zuidhoekinlagen en bij Ouwerkerk aangegeven.
34