'SCHOUWEN IS ZO BEROERD NIET.'
De jaren van Leo van Breen enjohan Paulusse in Renesse
door Lo van Driel
In de jaren 1932-1935 woonde in Renesse de dichter Leo van Breen, een goede vriend
van de hoofdonderwijzer Paulusse. Van Breen en Paulusse zijn nu nagenoeg vergeten,
al zouden lezers de dichter kunnen kennen uit het Geheim Dagboek van Hans War
ren (dl. VII, blz. 154). Op 8 september 1961 noteert deze in zijn dagboek een verslag
van een bezoek aan de Antiekbeurs te Delft. Bij die gelegenheid informeert hij bij de
Delftse Galerie Epoque naar de prijs van een houten Sint Sebastiaan. In de passage die
erop volgt, geeft Warren enige informatie over de galeriehouders:
Die zaak [Galerie Epoque] wordt gedreven door Johan Krop en Leo van
Breen. Van Breen is van geboorte Goesenaar en hij heeft als dichter een
bescheiden reputatie. De heren verblijven des zomers in Delft en vooral
tijdens de Antiekbeurs doen ze goede zaken. 's Winters wonen ze in
Italië waar ze veel contacten hebben.
Goes-Den Haag v.v.
Leendert Maria van Breen werd op 16 mei 1906 in Goes geboren. Zijn vader was le
raar Engels aan de HBS, de school die hij zelf ook volgde. Na zijn diensttijd werd Leo
volontair bij de Middelburgsche Courant. Als de hoofdredacteur van die krant, Deibei,
hem zegt, clat hij hem niks meer kan leren, vertrekt hij, negentien jaar oud, naar Den
Haag om bij het dagblad Het Vaderland te werken. Op 31 juli 1926, dus nauwelijks
een half jaar later, is hij weer terug in Goes. Bij de Haagse krant is hij weggestuurd
wegens geruchten over zijn homoseksualiteit. Het moet een traumatische ervaring
zijn geweest. Terug in Goes moet hij een bestaan
opbouwen vanuit het ouderlijk huis.
Uit deze periode hebben we tientallen brie
ven van hem aan Piet Meertens, de latere dr.
P.J. Meertens, in die tijd (1928-1932) pas afge
studeerd in de Nederlandse taal- en letterkunde.
Piet Meertens werd op 6 september 1899 in Mid
delburg geboren, maar zijn ouders waren voor
de studie van de kinderen naar Utrecht verhuisd.
Tijdens en na zijn studie kwam Meertens vaak
naar Zeeland om in archieven en op de Provin
ciale Bibliotheek in Middelburg te werken.
Op een van deze reizen maakt hij kennis met Leo
van Breen. Meertens noteert het bezoek dat voor
hem ingrijpend was in zijn dagboek op woensdag
5 september [1928] en de zaterdag daarop. Meer
tens had gehoord dat er in Zeeland een 'Vereeni-
ging voor Dialectonderzoek' was opgericht, Van
Breen was secretaris van die vereniging, die hij
samen met zijn vriend Johan Paulusse, de hoofd-
Dwnstplichtig soldaat Van Breen onderwijzer van Renesse, en nog twee andere
43