Leo van Breen (links) wordt door Piel Meertens Leo van Breen (rechts) mei zijn Goese
naar het station gebracht (ongeveer 1930) vriend (ongeveer '1926-1928)
jonge mensen, was begonnen. Paulusse is de voorzitter van die nieuwe vereniging.
De brieven aan Meertens zijn vrijwel de enige die we van Leo van Breen uit deze
periode hebben. Zakelijk gaan al die brieven over de aanloopmoeilijkheden van
de dialectvereniging, maar in wezen zijn ze zeer persoonlijk. Piet Meertens is na
melijk hevig verliefd op Leo van Breen. En er is nog iets: Leo van Breen schrijft
koortsachtig gedichten, zijn eerste bundel staat in de winter van 1928/1929 op het
punt te verschijnen. Meertens krijgt in Utrecht die verzen toegestuurd. De brieven
met de gedichten komen hard aan: in tegenstelling tot Meertens verbergt Leo van
Breen zijn geaardheid niet.
kj i A. 'U* Li Y <9, A il d/,
UrC-Ctic \A 0 Ï'V 2-e,"
Idti. f\. tlx. Wcè*c f 3a3_ J W
y CLL y (g L'óhy a /•j
"%7KCLA,'!"-—^Lc_ j> J*.s \o-Z~ L*
-%£ U, ct w YY
C' k.A ïAdh. -Lks y w 2AU t. tc» ^"-7
y-,1 <A3i Ju? \s-cst. JL- O-h x
Fragment van een brief van Leo van Breen aan Piet Meertens:
'Kijk ik kan het zö zeggen: Jij krijgt op je a rtikelen wellicht brieven van bela ngstellenden Mij zei de
burgemeester van R. [enessej tegen de veldwachter, zou hij (de burg.) willen doodschieten. Naar
aa nleiding van een artikel over Schouiuse toestanden. Daarmee heb ik bereikt wat ik wilde. En jij
bereikt ook wat je wilt. Maar wij lopen op dit punt zo ver uit elkaar'.
44