gen verlaten; verlaten zijn ook de erven van de romantische duinhoeven; verlaten zijn de duinen en het strand; verlaten is de zee. Wanneer men naar schoonheid en stilte verlangt, kan men deze hier vin den. Eenzaamheid te midden van een grootsche natuur; hooge, grillig gevormde duinen en diepe, soms kogelrond uitgeslepen valleien, waarin men soms nog de grondlagen kan vinden van Germaanscbe hofsteden. Niets hoon men er dan de kreet der meeuwen, die aangrijpend is in deze verlaten omgeving. Duizenden vogels zwerven hier rond; konijnen vluchten bij dozijnen weg; op hooge duintoppen zingt de ivind in een eenzaam riet, Het zegt wel wat dat Van Breen dit artikel beëindigt met een kwatrijn van Adriaan Roland Holst: 'De zilvren wind waait door den open nacht/ Golvend en als een zee.' Er waren ook persoonlijke motieven om met Goes te breken. De brieven aan Meertens staan vol zorgen over zijn situatie thuis, in Goes, waar iedereen hem kende en waar de ouders van de jongens met wie hij omging door de dominee werden gewaarschuwd. Mannen in zaken In de loop van 1930, 1931 heeft Van Breen de contacten met de Zeeuwse dialecto logen op een laag pitje gezet. De relatie met Meertens loopt stroef en is nagenoeg passé. Gelukkig heeft niemand minder dan de befaamde dichter en essayist Jan Greshoff zijn brieven van Leo van Breen bewaard. Het is een mooie bron van in formatie. Zo schrijft Van Breen in december 1932 aan Jan Greshoff in Brussel:r Zeer geachte Heer Greshoff, Hartelijk dank. voor Uw briefje, waaronder hel twede deel my nog meer genoegen deed dan het eerste. Immers, als ik zie welk. een tumult bijgaand vers op het Z. Genootschap in myn Z. Volksalma nak, in de zoetsappige Zeeuwse dreven heeft ver wekt, dan vrees ik voor myn bundel, die zoveel heilige huisjes en derzelver bewakers snodelik aantast, hel ergste, en doet het tenminste goed, een waarderend woord te mogen vernemen Ik. schrijf maar by vlagen, overigens ben ik bouwgrondondernemer, uitgever, vredespro- pagandist en kunsthandelaar. Dus helemaal een buitenbeentje. Graag zou ik eens persoonlik met U kennisma ken, maar wellicht bestaat daarop vooralsnog geen kans. Tenzy U in hel voorjaar eens naar Schouwen zou kunnen komen, ivaarik myn on derneming en een zomerhuisje heb; het is daar werkelik schitterend, en misschien mag ik in het voorjaar of in de zomer eens het genoegen heb ben U voor een tydje als myn gast te ontvangen? met vriendelike groeten Uw vBreen Jan Greshoff 56

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2008 | | pagina 58