We kunnen hieruit afleiden dat het Leo van Breen is geweest die de Zeeuwsche
Volksalmanak heeft uitgegeven met reclame, enkele verhalen en gedichten en
veel informatie - een uitgekiende formule. Voorin staat een mededeling aan de
lezers: Bijdragen voor den Almanak 1934 aan Leo van Breen, Groote Markt 24,
Goes, de woning boven het postkantoor. Uitgever is Piet Ochtman, in de Zierik-
zeese Lange Nobelstraat.
Er staan veel anonieme stukjes in deze almanakken. Die zullen wel uit de pen
van Van Breen gevloeid zijn. Kwatrijnen van Jan Eekhout treffen we ook aan, als
ook een verhaal in dialect van J.P. Paulusse. Er zijn gedichten voor de jeugd en
een verhaaltje, ondertekend door Levien de B. - dat kan niemand anders zijn dan
de latere Vlissingse historicus Levien de Bree (1912-1977). Van de hand van Van
Breen is een satirisch gedicht onder de titel Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen, geschreven te Goes op 3 november 1932.
Ook de Zeeuwsche Volksalmanak voor het jaar daarop (1934) is door Van Breen,
pendelend tussen Goes en Renesse, samengesteld. Verdere almanakken zijn niet
verschenen. Kennelijk heeft Van Breens satire over het Genootschap niet iedereen
bekoord. Dat heeft hem niet belet in de Almanakrubriek Zeeuwse rarekiek - een
afdeling satirische teksten - de leden van het Genootschap weer op de hak te ne
men en nu als fossielen neer te zetten. Hoofdonderwijzer Paulusse schrijft ook nu
een verhaal in dialect en Levien de Bree heeft zijn gedicht 'Verlangen' afgestaan.
De oude negentiende-eeuwse volksalmanak is met dit handige initiatief nieuw
leven ingeblazen. Aan uitgever Stols meldt Van Breen zijn zakelijk succes: de
Zeeuwsche Volksalmanak is een 'eigen uitgave' met een oplage van 10.000 exem
plaren (29 november 1932). Deze brief laat ook zien wat hij nog meer doet: Van
Breen is bouwondernemer, zit in de kunsthandel en is vredesactivist. En ook hier
de lof van Schouwen, waar hij een 'onderneming en een zomerhuisje' heeft. Nog
diezelfde avond pent Van Breen een nieuwe brief aan Greshoff. Men ontkomt niet
Volksalmanak
Van Breen en Paulusse in Renesse
57