Direct na ontvangst, op 26 januari 1934, dankt Leo van Breen Oud voor de aquarellen en gaat hij in op de persoonlijke omgang in Re- nesse, alles met gepaste afstand. Wel nodigt Van Breen de archi tect uit om te komen logeren, wat we in zijn brieven bij herhaling aantreffen, altijd een warmte en aanhankelijkheid uitstralend, om mensen bij zich te vragen: Zeer Geachte Heer Oud! Hartelik dank voor de mooie aqua relletjes, die ik maar als myn privé eigendom zal beschouwen! Ze kry- gen een mooie plaats in myn nieuw kantoor. We hopen ook. dat er spoe dig liefhebbers voor dit huis zullen komen opdagen. Erzyn reeds verschillende huuraan- vragen binnen, zodat hel dit seizoen weer druk belooft te worden. U schreef aan Oudkerk, dal U mis schien deze zomer niet zou komen. Maar dat laten we ons niet welgevallen! Ik heb nota bene een nieuwe sociëteit laten bouwen, en heb speciaal gedacht aan een hoekje waar de architect Oud eens rustig kan werken en tekenen, als hy daar behoefte aan heeft, heb grote voorraden koffie ingeslagen, kortom, ik. weiger dit te accepteren. Er moet op de een of andere wyze een mouw aan te passen zyn. Hoe kan ik. nog niet zeggen, maar waarschuwt U my tydig, indien de financiële omstandigheden hel verblyfhier niet zouden toelaten. Ik zal dan trachten, toch een aannemelike oplossing te vinden. Dus houd ik. maar moed. Ik. hoop dit jaar meer van myn intieme vrienden, o.a. de onvergelykelike Greshoff naar Renesse te krygen, en het is m.i. heus niet zon der betekenis, dat ivy gelykgezinden, aan wie de kunst om haar zelfs wille ter harte gaat, eens van gedachten kunnen wisselen in een prettige omgeving. Myn huis zal, zy het dan ook, dat het niet onder architectuur gebouwd is, nochtans zo aannemelik worden, dat hel de geest van onze gesprekken niet hoeft te storen. Misschien ook. valt er een mouw aan te passen, dat U by my intrekt en dat wy de kosten der huishouding eenvoudig omslaan. Maar ik. durf dit nog niet definitief aan te bieden, omdat ik eerst de ruimte in hel huis eens moet zien, als dit klaar is: wanneer het een werkelik behelpen zou worden, zou dit voor beide pariyen niet prettig zyn. Maar in ieder geval hoop ik in zoverre op Uw gemoed te hebben gewerkt, clat U niet zonder meer van het plan afstapt. Ik hoop dan t.z.t. ook. nog iets Ie horen! met veel hartelike groeten voor de gehele familie, ook van vriend Krop, Uw Van Breen 65

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2008 | | pagina 67