Eerste vermelding Van Welle
Reeds in 1108 vinden we bij een aantal (3) oorkonden een vermelding van Giselbertus
van Welle, samen met onder andere Hugo van Voorne, hij wordt dan genoemd als
leenheer van de Bisschop van Utrecht.
Sinds 1127 of 1206 traden de Heren van Voorne op als Burggraaf van Zeeland (als
getuige van de toenemende invloed van de Graaf van Holland in Zeeland) (43) en
waren dus betrokken bij belangrijke oorkonden (36).
Bij het noemen van Welle denken we aan een relatie met het Noord-Bevelandse
Welle dat voor het eerst als plaats werd vermeld in 1162 en volgens C.Dekker rond
1145 werd gesticht (kerk en parochie). Hij stelt tevens dat voor de naamvoering van
Noord-Beveland het eiland Welle werd genoemd (37).
Andere relevante vermeldingen
In 1188 wordt Dirk van Voorne vermeld. Algemeen wordt hij aanvaard als de stam
vader van het geslacht Van Renesse.
In 1189 vinden we een tweetal oorkonden dat interessant licht werpt op de ge
schiedenis van Schouwen.
In de oorkonde inzake de verlening van tolvrijheid aan de abdij Ter Doest door de
Graaf van Holland worden genoemd Hugo van Voorne als Burggraaf van Zeeland,
Hugo en Dirk Wissezonen, vermoedelijk de Heren van Burgh, Willem Duve zoon
(waarschijnlijk de stichter en/of naamgever aan Duveland) en Dirk en Hugo, zonen
van Jan. Mogelijk zijn zij de zonen van Jan van Renesse.
In een oorkonde van datzelfde jaar met hetzelfde onderwerp maar dan voor abdij St.
Michels wordt Floris van Voorne vermeld naast Hugo van IJsselmonde. Deze Floris,
ook genoemd in 1170, wordt beschouwd als stamvader van het geslacht Van Voorne.
Hij had een broer Dirk, hierboven reeds eerdergenoemd. Interessant is dat Floris in
1170 wordt genoemd in een oorkonde inzake de kerk van Ter Duinen op Bommenede,
waarvan aangegeven wordt dat door zijn moeder en grootmoeder schenkingen zijn
gedaan ten behoeve van de stichting van deze kerk. De invloed van Voorne was dus
al oud op Schouwen.
In 1199 is er een oorkonde waarin Dirk VII Graaf van Holland goedkeurt dat Biggo
van Duiveland en zijn neven een ambacht hebben gekocht gelegen tussen Pendrecht
en Catendrecht; het ambacht zal onder Zeeuws recht vallen. Getuigen zijn bij deze
oorkonde Hugo van Voorne, Syger Burch en Gerolf Calle (38).
De 13e eeuw
In 1203 wordt er voor het eerst in een oorkonde een Hendrik Nicolaaszn. van Cats
genoemd.
Daarin draagt Godfried van Schoten aan de abdij Ter Doest het bezit Morlodenisse
(nabij huidige plaats Waarde) over. Dit was in leen gehouden door Wouter van
Kruiningen en door hem verkocht aan de genoemde abdij. Daarbij treden op als
getuigen Floris, Hendrik, en Hugo van Voorne en Dirk en Bartholomeus van Voorne
(zonen van Dirk van Voorne en Unach van Naaldwijk).
In 1218 vinden wij een oorkonde inzake de verkoop van 70 gemet van lieden uit Valke-
nisse (oost Zuid-Beveland) aan abdij Ter Duinen, getuige is Wolfert van Burgh. In 1220
wordt Costijn van Somerlant vermeld als getuige (had twee zonen Willem en Hendrik,
1226). Deze Costijn van Somerlant is een van de zonen van de Heer van Zierikzee.
In 1221 verkoopt de abdij Ter Duinen het ambacht Waarde aan Wolfert (zoon van
Wisse van Burgh) en aan Danckaert en de zonen van Willem van Welle. Als borgen
15