Nog meer verwantschappen
In 1296 vinden we in een oorkonde van 2 februari dat de Deken en het kapittel van
Sintjan te Utrecht aan Ridder Jan van Renesse in lijfpacht geven de tienden die zijn
neef Jan van Haamstede in leen had. Blijkbaar was zijn neef overleden en vielen
goederen aan Jan toe. Later zouden deze goederen worden overgedragen aan de
bastaardzoon van Graaf Floris Y Witte, in 1299 gevolgd door een oorkonde van Graaf
Jan I van Holland waarin hij alle goederen van Costijn van Renesse en diens zoon Jan
van Haamstede overdraagt aan Witte (53).
Ook in 1299 wordt in een oorkonde van 1 februari door Hendrik Splinter Hendrik
Jongezn. en zijn zuster Margriete afstand gedaan van alle aanspraken op goederen
gelegen in Zaamslag, Aandijk en Othen (Zeeuws-Vlaanderen), dan toebehorend aan
abdij Baudelo en verkregen via hun overgrootmoeder Gloria van Duvelant (54). Wat
interessant is dat in 1269 Elert van Weldamme wordt vermeld. Hij verwierf goederen
van de bisschop van Utrecht en werd de stichter van het Huis Weldam aldaar (kerspel
Gore). In 1278 werd hij opgevolgd door zijn zoon Wolter van Weldamme en in 1313
door Hendrik Splinter en zijn zuster Margriete.Het is waarschijnlijk dat dit de
Hendrik en Margriete zijn die in 1299 afstand deden van deze goederen. Het huis,
vermeld in 1380, bestaat nu nog en is in handen van de familie Van Wassenaar (55).
Blijkbaar had het geslacht Duveland goederen in Vlaanderen.
In 1351 wordt in een oorkonde van Margaretha van Henegouwen de zoen tussen
Wolfert van Borsele en Floris van Haemstede geregeld. Als magen van Floris van
Haemstede (haar neef) worden genoemd Gilles Henrikzn. van Duivelant, Jan
Looperszn., Costijn Looperszn., Wolfert Janzn. van Burgh, Gilles Pieterzn. van
Coudekerke, Willem Hughezn. van Emelisse en Simon Wittezn. van NortWellant,
(Nort Welland is Westambacht!) (56).
Verspreiding van de goederen
Een interessant gegeven is dat de goederen van de geslachten afkomstig van de kop
van Schouwen en Duiveland in elkaar overliepen en wijd verspreid waren. De
conclusie is hierbij dat zij in de verschillende ambachten een gemeenschappelijk
belang en aandeel hadden. Daarnaast opereerden zij ook bij verder gelegen gebieden
gezamenlijk. Bijvoorbeeld bij de verwerving van het ambacht Waarde op Zuid-
Beveland door leden van het geslacht Van Welle en Van Burgh. Na de nederlaag van
de opstandige Zeeuwse adel tegen de Henegouwers, zoals de Van Catsen, Van
Renesse en Burgh, zien we sommige geslachten verschuiven van gebied, bijvoorbeeld
leden van het geslacht Van Burgh naar de omgeving van Den Haag. Dit ging soms
gepaard met grootschalig verlies van goederen. Het is opvallend dat ook andere
Zeeuwse geslachten, o.a. het geslacht Van Borsele, al vroeg belangen hadden in
Vlaanderen. Hierbij een overzicht met als jaartal de eerste schriftelijke vermelding.
Dit is al bijlage in het artikel opgenomen. Ook dit zou een nadere studie waard zijn.
Afsluiting
Dit is nog maar een klein gedeelte van de geschiedenis van de Van Catsen op
Schouwen-Duiveland. Er is nog meer bekend, o.a. hun rol bij de bedijking van Oost-
Duiveland (Bruinisse), de vele leden van dit geslacht die deelnamen aan de
stadsregering in Zierikzee, de bouw van het Catshuis in Zierikzee, de stichting van
kasteel Oostersteyn, de schenking van het drieluik van de schilder Jacob van Lathem
aan Philips de Schone en later aan de stad Zierikzee, etc.
20