zijn Absaloms bayr bestreed hij de opkomende mode dat mannen lang haar en zelfs
een pruik gingen dragen. Ook als polemist maakte hij zich verdienstelijk. Met zijn
vertaling van een traktaat van de Franse calvinist André Rivet bestreed hij Rome,
terwijl hij zelf met drie pennenvruchten het doopsgezinde front aanviel. Hij maakte
vooral naam en faam als exegeet. Hij vertaalde een lijvige verklaring van het
Bijbelboek Openbaring naar het Frans, geschreven door Jean Taffin, een neef van de
reeds genoemde hofprediker. Veel gewichtiger was zijn eigen commentaar op het
Bijbelboek Hooglied, dat niet alleen
van zeer grote betekenis is geweest
voor latere Hooglied-uitleggingen, maar
c'at 'n ster'<e mate richtinggevend
r *x 's «eweest voor de opstellers van tie
f kanttekeningen op Hooglied in de
r É&ÈËÈy f' Statenvertaling van tie Bijbel. In tie
negentiende en twintigste eeuw hebben
nog enkele edities van zijn werken het
licht gezien.
Evenals Teellinck heeft Udemans in
gang gevonden zowel bij onze wester
als oosterburen. In Engeland gebeurde
\fx WJ9J l I dit indirect, doordat de annotaties op
i M Hooglied in de King James vertaling
iWS^Ê^ÊBUBr /q/Jm voor een aanzienlijk deel teruggaan op
I M de kanttekeningen van de Statenver-
xx - taling. In het Duitse taalgebied verliep
i Jude beïnvloeding direct: in het tijdvak
'^»i 1667-1704 kwamen vertalingen van zes
geschriften van Udemans op de Duitse
G,0-if':;ius lldemTl fZf" 0p?°'n' h markt. Een laatste parallel met Teellinck
1581/2-Zienkzee 1649 (Collectie Gemeentearchief 1
Scbouwen-Duiveland, Zierikzee). 1S dat een van zlJn pennenvruchten mo
menteel in het Envels vertaald wordt.
Josias van den Houte
De derde naam is die van Josias van den Houte. Deze werd in 1582 in het Zeeuws-
Vlaamse Sluis geboren als zoon van de van Gent afkomstige predikant Gillis van den
Houte. Na zijn studie te Leiden en Franeker werd hij begin 1610 door Udemans als
predikant van Renesse en Noordwelle in het ambt bevestigd. In het voorjaar van
1620 vond een beroep naar Dordrecht geen doorgang wegens zijn puriteinse, nader-
reformatorische sabbatsopvatting. Toch had hij zijn langste tijd in zijn eerste
gemeente gehad, want in oktober 1621 werd hij voor de tweede keer door Udemans
aan een gemeente verbonden, nu aan die van Zierikzee. Hier overleed hij reeds in
januari 1623. Op 20 april 1610 was Van den Houte te Zierikzee getrouwd met Judith,
de dochter van de patriciër en apotheker Jason Janszoon. Van den Houte had een
beduidend mindere boekproductie dan Teellinck en Udemans. Van hem zijn maar drie
werken bekend, waarvan één, een piëtistische handleiding voor agrariërs, bestaande
uit preken, gehouden in de oogsttijd van 1618, uitsluitend van naam. Ook in zijn
catechisatieboekje besteedt hij opmerkelijke aandacht aan die bevolkingsgroep,
waaruit zijn eerste gemeente voornamelijk bestond. Zijn derde werk is een piëtistische
oproep aan de remonstranten om terug te keren naar de Gereformeerde Kerk.
33