Plattegrond van Zierikzee door de gebroeders Hattinga uit 1751 (Collectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Zierikzee, THA 0208). 1. Oude Manhuis, 2. Gasthuis. gaan. Zij konden in een dergelijk geval kiezen voor plaatsing op de lijst voor het Oude Mannenhuis. Bij deze gelegenheid was geconstateerd dat de lijsten, die de boekhouder van de Slavenkas moest bijhouden, onvoldoende waren bijgehouden. Dat kon leiden tot problemen. Daarom moest die administratie nauwkeurig worden bijgewerkt. Jaarlijks moesten de nieuwe zeelui worden bijgeschreven. De raad nam de voorstellen op 3 november 1786 zonder enige wijziging over. Als gevolg daarvan werden de jaarlijkse bijdragen aan de beide instellingen verdubbeld. Op 23 februari 1791 werd opnieuw een rekest van enkele schippers en stuurlieden bij de koopvaardij behandeld. Onder hen waren ook zeelui die al gestopt waren met varen. Vooral door de terugloop van de koopvaardij, overlijden en vertrek van zeelui kwamen de eerder genomen besluiten in een ander daglicht te staan. Het kwam voor dat voor opname in een van de beide huizen personen in aanmerking kwamen die nog vrouw en kinderen hadden. Een dergelijk iemand was gedwongen om te bedanken, omdat hij geld voor zijn gezin moest verdienen. Weer anderen hadden voor opneming bedankt terwijl zij kort daarna door omstandigheden moesten stoppen met varen. Het kon dan geruime tijd duren voordat ze weer aan de beurt waren voor opname. In enkele gevallen kwamen zij nooit meer aan de beurt terwijl ze soms meer dan anderen hadden betaald aan de Slavenkas. 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2009 | | pagina 52