3. WH. Keikes, De Slavenbeurs of Slavenkas te Zierikzee. Historische inleiding en inventaris der
archieven, Zierikzee 1976, 23. De inventaris hierin is vervallen.
4. Doopsgezinden werden niet genoemd, vermoedelijk omdat onder hen niet of nauwelijks zeelui
voorkwamen. Ook zij zouden niet in het Oude Mannenhuis opgenomen kunnen worden. RD. de
Vos, De voormalige kloosters en liefdadige instellingen te Zierikzee, Zierikzee 1913, 65. Vanwege het
feit dat er ook vrouwen in opgenomen waren, werd het ook wel aangeduid als het Oude Mannen- en
Vrouwenhuis. In de hier beschreven periode werd de instelling vrijwel steeds als het Oude Man(nen)
huis aangeduid.
5. De lijsten en registers zijn bewaard gebleven en in het archief van de Slavenkas te vinden onder
de inventarisnummers 343-352. Ze vormen een fraaie bron voor de kennis van de zeevarende
bevolking bij de koopvaardij vanaf 1735. Zie ook Erik van der Doe, 'Zeeman in Zierikzee, geen slaaf
in Barbarije'206-218. De registers over de periode 1761-1822 zijn geïndiceerd door EF. Poortvliet.
6. Ruud Paesie, 'Heshuijsen De Jonge, 'een firma voor velerlei handel", in: Kroniek van het land van
de zeemeermin (Schouwen-Duiveland)33 (2008), 5-18 (14).
7. Marinus Tromp werd begraven te Zierikzee op 15 september 1785.
8. De Vos, De voormalige kloosters en liefdadige instellingen te Zierikzee, 82.
9. In 1816 was de kas weer dermate gevuld dat de schuld over de jaren 1808-1810 aan de Godshuizen -
de stedelijke instellingen voor armenzorg waren inmiddels samengevoegd - kon worden afbetaald.
10. De Vos, De voormalige kloosters en liefdadige instellingen te Zierikzee, 68.
11.Huib Uil, 'De Slavenkas en de Zierikzeese ziekenhuiskwestie', in: Kroniek van het land van de
zeemeermin (Schouwen-Duiveland)31 (2006), 105-120 (113).
Bronnen:
Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Zierikzee: Archieven stad Zierikzee, voorl.nrs. 36 (Resoluties
raad, 1768-1769), 38 (Idem, 1770-1771), 45 (Idem, 1782-1783), 47 (Idem, 1784-1785), 48 (Idem, 1785-
1786), 53 (1790-1791), 59 (Idem, 1796), 61 (Idem, 1798), 63 (Idem, 1800), 66 (Idem, 1803), 67 (Idem,
1804), 69 (Idem, 1806 januari-juli), 831a (Correspondentie - Slavenkas, 1814-1826), 885 (Stukken
betreffende de Slavenkas, 1677-1769); Slavenkas Zierikzee, inv.nrs. 8, 9, 37-39, 51-53, 62, 63, 66-79.
56