wel cle bedoeling moet hebben gehad om vreemdelingen enthousiast te maken
voor een strikt toeristisch verblijf in Zierikzee zelf. En als de belangstellende bezoeker
dat stadje dan doorkruist had en naar al het belangwekkende had geluisterd dat
"geschiedenis en overlevering wisten te verhalen", nodigde ook het platteland van
Schouwen en Duiveland "als van zelf" tot nadere kennismaking uit. Dat betekende:
meer overnachtingen in Zierikzee.
Om de toerist op het platteland de weg te wijzen had de auteur een viertal routes
bedacht van hele en halve dagen, zoals men dit ook tegenwoordig wel in reisgidsen
vindt. De derde hiervan bracht de vreemdeling naar het dorp Haamstede - waar men
het kasteel kon bezichtigen - en ook daaraan voorbij, door of langs de duinpolder
waar zich nu Nieuw-Haamstede bevindt, naar "het hooger liggende deel van
Schouwen, de duinstreek, het schoonste en schilderachtigste wat deze eilanden den
vreemdeling kunnen aanbieden." Daar viel het een en ander over te vertellen:
"De duinstreek, welke op sommige plaatsen een uur gaans breed is, is onge
twijfeld bet oudste deel van otts eiland. Toen Midden- en Oostelijk Schouwen
nog moerassen en schorren waren, vonden handelaars en zeeschuimers op
bet hoogliggende duineiland bij de Noordzee eene goede aanleg])!aats, waar
spoedig verkeer ontstond en versterkte woningen gesticht werden, welke
Izoals het oudste gedeelte van Slot Haamstede] de kern vormden voor de
verschillende dorpen van later tijd. Zelfs zijn er sporen gevonden, die op een
verblijf der Romeinen in deze streek, wijzen.
Sedert oude lijden was de duinstreek zeer wildrijk, en in 1593 klaagden de
landlieden, dat zij hun graan niet tegen de vele konijnen konden beschermen,
die op één nacht dikwijls het gesneden en gebonden koren van eenige
gemeten verslonden. Het duinwater is er zeer goed
Afgezien van natuurschoon en konijnen had de duinstreek toen alleen nog de
neogotische vuurtoren uit 1840 te bieden, waarvan de gegevens: jaartallen en maten,
nauwgezet werden vermeld. Anders dan op Walcheren zou men de stranden en de
zee nog niet als bronnen van nieuwe inkomsten hebben herkend." De schrijver van
de Gids voor Zierikzee gaf de toerist wel aan waar hij mooie uitzichten kon genieten,
maar vertelde hem niet waar hij het gemakkelijkst het strand kon bereiken. Geen
woord ook over wandelingen langs het strand, over zonnebaden, laat staan in zee
gaan! Een uitstapje naar de duinstreek zonder tijd te besteden aan geschiedenis en
bezienswaardigheden beschreef de auteur als zomerse vrijetijdsbesteding van de
autochtone bevolking, als een stukje historische folkore:
"Voorheen, toen de communicatie-middelen met Holland en de andere
deelen van Zeeland nog zeer gebrekkig waren en de huiselijke aard der
eilandbewoners hen niet aandreef om elders uitspanning te zoeken, was een
dag spelerijden naar de duinstreek van Schouwen een der gelukkigste dagen
van menig huisgezin. Dan kwam in den vroegen morgen reeds de groote
tentwagen voor de deur, waarin de gasten eene goede hoeveelheid leeftocht
pakten, om eerst bij helderen maneschijn laat in den avond terug te komen,
na een dag vol genot in bosch, op strand en duin gesmaakt.
De voorstelling dat ook vreemdelingen juist als badgasten naar Schouwen-Duiveland
zouden willen komen, was de auteur van de Gids schijnbaar nog vreemd.7 Maar voor
59