De familie Röling In de tweede wereldoorlog wordt mr. Bert Röling door de Duitse bezetter overge plaatst van de strafkamer van de Utrechtse Rechtbank naar de strafkamer van de rechtbank in Middelburg, omdat hij Nederlandse criminelen uit wrede Duitse ge vangenissen houdt doorzijn vonnissen niet openbaar te maken. De Duitse bezetter mag Nederlandse rechters niet zonder reden ontslaan. Overplaatsing naar Middel burg is een als straf bedoelde degradatie. Bert en vrouw Lies en hun vier kinderen gaan in Domburg wonen. Een oom van Cor, Frans Viehoff, raadsheer aan het Hof van Leeuwarden, publiceert zijn arresten wel. In een beroemde casus concludeert mr. Viehoff dat hij met zijn collega's de door de rechtbank bepaalde strafduur van een veroordeelde verkort "om des gewetens wille". Hij wil niet dat Nederlanders in Duitse gevangenissen terecht komen, omdat die niet aan de Nederlandse maatstaven voldoen. Onder zware druk van de Duitse bezetter ontslaat J.J. Schrieke, een Nederlandse NSB-er (NSB Nationaal Socialistische Beweging) en secretaris-generaal van het Departe ment van Justitie in de Tweede Wereldoorlog Frans Viehoff en zijn collega mr. Jan Wedeven. Herfst 1944 Herfst 1944 wordt een gedenkwaardige tijd voor Zeeland en voor Schouwen-Duiveland in het bijzonder. Geallieerde legers naderen en overschrijden de Nederlandse grens vanuit het Zuiden. In juni 1944 zijn de geallieerden geland in Normandië. Na een langzaam begin veroveren zij snel het noorden van Frankrijk. Op 25 augustus wordt Parijs bevrijd, op 3 september Brussel, op 4 september Antwerpen. Door effectieve assistentie van de Belgische ondergrondse is de haven van Antwerpen vrijwel onbe schadigd in geallieerde handen gekomen, maar geallieerde bevoorradingsschepen kunnen de haven via de Westerschelde nog niet bereiken door de aanwezigheid van Duitse troepen in Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren en Zuid- en Noord-Beveland. Op Schouwen-Duiveland zijn Duitse militairen en afweergeschut geconcentreerd ten westen van de lijn Renesse- Burgh. Dit gedeelte van het eiland is hoger en staat niet onder water. Generaals in Duitsland maken plannen voor wanhopige laatste offensieve acties, waaraan de Duitse soldaten op Schouwen-Duiveland ook moeten deelnemen. Armeense huursoldaten in het Duitse leger overwegen over te lopen naar de geallieerden. Zolang die mogelijkheid zich nog niet voordoet, saboteren zij militaire acties van het Duitse leger. De Armeniërs werden in 1942 op Russisch grondgebied gevangen genomen en in kampen opgesloten waar weinig eten en geen genees kundige hulp was. Dagelijks stierven er gevangenen. De Duitsers wilden hun leger aanvullen dat door de gevechten rond Leningrad en Stalingrad was uitgedund en gaven de gevangenen de mogelijkheid in het Duitse leger dienst te nemen. De Armeniërs en een gelijk behandelde groep Georgiërs trokken zich met het Duitse leger terug naar het westen. De Armeniërs eindigden op Schouwen-Duiveland, de Georgiërs via Zandvoort op Texel. De ondergrondse op het eiland verloor veel leden tijdens de evacuaties van 1942 en 1944. In de herfst van 1944 probeert de ondergrondse met hulp van de Armeniërs op Schouwen-Duiveland en de geallieerden in Sint-Philipsland de bevrijding van Schouwen-Duiveland te versnellen. Wat volgt is een samenvatting van de gebeurtenissen op het eiland in september, oktober, november en december 1944, de gevolgen daarvan in 1945 en in de jaren 78

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2009 | | pagina 80