G.H. BREETVELT (1892-1982), SCHOOLMEESTER
EN KUNSTSCHILDER TE ZIERIKZEE
door Daan van der Wekken
Inleiding
Soms vallen mensen op een bepaalde manier op, bijvoorbeeld door een functie die
ze uitoefenen, het werk dat ze doen, de plaats die zij innemen in de samenleving en
dergelijke. Er kan dan een gevoel ontstaan om méér van zo iemand te willen weten.
Achtergronden, drijfveren, ambities, enzovoort. Willen weten waarom iemand
dingen doet zoals hij of zij ze doet en met welk doel.
G.H. Breetvelt uit Zierikzee was voor mij zo iemand. Als jongetje van een jaar of tien
zag ik hem iedere week in de Nutsbibliotheek, destijds gevestigd in het
Verenigingsgebouw aan Het Vrije. Hij werkte daar als bibliothecaris, samen met dr.
J.C. Röhner (leraar), A.A. Paauwe (onderwijzer) en T. Broere (leraar en directeur
Openbare ULO). Jong als ik was, heb ik toch wel gevoeld dat daar altijd een bijzondere
sfeer hing. Vier van die 'meneren', die altijd maar druk met al die boeken in de weer
waren. Die je over hun brillen eerst even aankeken, voordat je een aangevraagd
boek meekreeg: of het wel verantwoord was.Ze hadden het daar wel gezellig zo
met elkaar. Ze wisselden vast de plaatselijke nieuwtjes uit en bespraken cie toestand
in de wereld. Er werd vaak gelachen en ik begreep lang niet altijd waarom. Er werden
ook wel eens dingen tegen mij gezegd, waarom zij moesten lachen en waarvan ik op
dat moment dan niets begreep. Later is me duidelijk worden dat de heer Breetvelt
meestal de aanstichter van al die vrolijkheid moet zijn geweest. Hij had een sterk
gevoel voor humor, plaagde graag en verwerkte dat graag en vaak in de dingen die
hij zei of deed, soms op onnavolgbare wijze. Niet vreemd dus, dat ik dat toen niet
snapte: het ging over mijn jongenshoofd heen, natuurlijk.
Ik zat niet bij hem op school, maar maakte hem wel weer mee als er wat te doen was
in Zierikzee. Bijvoorbeeld op een Koninginnedag, als hij nadrukkelijk betrokken was
bij de organisatie van allerlei activiteiten. Een aubade van alle lagere scholen,
volksspelen en volksdansen voor kinderen, een Oranjemarkt, van dat soort zaken.
Ook dan viel de man mij op een bepaalde manier op. Later ontdekte ik dat hij ook
schilderde en dat zijn zeer herkenbare schilderijen vaak gingen over Zierikzee en
belangrijke gebeurtenissen op Schouwen-Duiveland. Ik heb behoorlijk wat jaren
doorgebracht in de toenmalige Openbare ULO aan de Calandweg. Daar hing op een
prominente plek 'een Breetvelt', een schilderij over de watersnoodramp van 1953,
nu te vinden in het Watersnoodmuseum te Ouwerkerk. Op een of andere manier
heeft dat schilderij mij altijd geïntrigeerd. Ik wist niet waarom, maar toch.
Later werd mij pas goed duidelijk welke belangrijke rol deze man in de samenleving
in Zierikzee en op Schouwen-Duiveland vervulde en hoeveel hij voor vele mensen
moet hebben betekend.
Toen de redactie van deze Kroniek besloot om deze jaargang te vullen met biografieën
van misschien minder bekende, maar zo betekenisvolle inwoners van deze regio,
heb ik de vinger opgestoken en gemeld dat ik dan 'Breetvelt' wel wilde doen.
Oral History
Dit artikel is tot stand gekomen op basis van 'oral history', in het Nederlands
aangeduid als 'mondelinge geschiedenis'. Dat betekent dat het bronnenmateriaal
niet uit archieven komt, maar van tijdgenoten die verhalen, herinneringen en andere
103