rooskleurig te noemen. Crisisjaren, oorlogsjaren, de rampjaren, het zat er allemaal in. Dat had uiteraard invloed op de situatie op school en stelde hoge eisen aan de kwaliteiten en de inzet van het personeel en niet in de laatste plaats ook aan het hoofd der school. Breetvelt was blijkbaar in staat om zijn team goed aan te sturen en te motiveren, want bij diverse gelegenheden werd door en namens het personeel gewag gemaakt van een uitstekende sfeer en onderlinge verstandhouding en de inspirerende leiding van het hoofd. Meester Breetvelt, hoewel streng en dominant, beschikte anderzijds over zoveel charisma dat leerkrachten het gevoel hadden altijd in hun waarde te worden gelaten en een gewaardeerd onderdeel te zijn van een hecht team. Verschillen waren er natuurlijk. Bijvoorbeeld tussen de ervaren rotten binnen het team en de jonge aanstormende generatie idealistische onderwijzers. Twee duidelijke onderscheidbare groepen in het team, maar onder en door de leiding van Breetvelt samen toch een geheel. Het was goed werken onder Breetvelt, vooral ook voor het niet-onderwijzend personeel van de school. Verhalen en ervaringen van een aantal schoonmaaksters, die een langdurig dienstverband aan de school hadden, bevestigen dat beeld nadrukkelijk. Natuurlijk is er ook kritiek geweest op zijn manier van werken en optreden en waren er teleurgestelde ouders, leerlingen en personeelsleden. De 'methode Breetvelt' was zeker niet in alle gevallen effectief en succesvol. Leerlingen die om allerlei redenen niet zo goed meekonden hebben het onder en met Breetvelt best moeilijk gehad, zeker als men zijn directheid en humor niet goed op waarde wist te schatten. Er bestaan dus ook mensen die liever niet aan hun lagere schooltijd op de school van meester Breetvelt worden herinnerd. Dat Breetvelt het zo lang en energiek heeft volgehouden in het onderwijs, heeft wellicht alles te maken met zijn sterke vermogen om dingen te relativeren, ook met betrekking tot zichzelf en zijn manier van doen en laten. Bij zijn 40-jarige jubileum als onderwijzer in 1955. heeft hij dat in een gesprek met de Zierikzeesche Nieuwsbode - pratend over het vak van onderwijzer - prachtig verwoord. Hij zei: .dat men na voltooiing van de opleiding feitelijk nog moet beginnen. Een lange praktijk is nodig om onderwijzer in de volle zin des woords te worden, waarbij men een jobsgeduld moet hebben, liefde voor het kind en een grote mate van vergevingsgezindheid". En bij zijn afscheid in 1961: "Als ik het allemaal zo hoor, moet ik wel de beste man van de wereld zijn." Buitenschoolse activiteiten Gerrit Breetvelt was ook bijzonder actief op allerlei terreinen buiten de school, had een sterk ontwikkelde gemeenschapszin en stond midden in de Zierikzeese samen leving. Alles wat hij buiten school deed en organiseerde kwam ergens wel uit het school gebeuren en zijn vak van onderwijzer voort. Of het nu ging om toneel, (volks)dans, bibliotheekwerk of zijn schilderkunst, het waren bijna altijd dingen met een sociale, culturele en/of educatieve lading. Vooral gericht op kinderen, want die moesten naast plezier, er ook iets aan hebben voor hun ontwikkeling. Het moest bij voorkeur bijdragen aan hun verdere ontplooiing en actieve participatie in de samenleving, dan was het goed. Breetvelt was een uitstekende organisator en inspirator en had vaak zeer originele ideeën. Dat bleek voor het eerst in 1922, toen er in Zierikzee Geuzenfeesten werden gehouden, daarna bij diverse Sinterklaasfeesten en -intochten, compleet met kinderoperettes, volksdansen en optochten. Maar ook bij Oranjemarkten en 109

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2010 | | pagina 111