Van Hoorn was een rustige huisarts die
goed kon luisteren. Hij was bescheiden en
ook altijd hulpvaardig. Soms zuchtte de
redactie wel eens, want zijn artikelen waren
zeer gedetailleerd. In totaal verschenen van
hem tussen 1979 en 2002 vijf bijdragen in de
kroniek.
Dr. CM. van Hoorn. Onthulling door dr. Van Hoorn
van het bronzen beeld dal de kunstenaar Ad Braat
maakte van de Zierikzeese geneesheer Job Bastei:
Foto: 14 augustus 1976. Collectie Gemeentearchief
Schouwen-Duiveland, Zierikzee, THA BE 2105).
In de jaren 1986-1995 lukte het de redactie vele auteurs 'binnen te halen' die goede
artikelen leverden. Te denken valt aan dr. Klaas van Berkel over Isaac Beeckman, dr.
Robert van Heeringen over de opgraving in de Karolingische burg en over een
mestkuil in Zierikzee, dr. Frans Thissen over de dorpen op het eiland en later over
schaalvergroting, dr. R Stuart over Nehalennia, dr. Peter Priester over de boerderij
Tusschenbeiden in Ouwerkerk en dr. Gijs van der Ham over de inundatie van 1944.
Later zouden ook maritiem historicus dr. Adrie van der Vliet en de mediëvist dr. J.G.
Smit verschillende artikelen schrijven voor de in Nederland relatief onbekende
kroniek.
Hoogtepunt was de kroniek 1989 ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de
Vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland. Een keur aan schrijvers werd
voor een bespreking uitgenodigd in het oude stadhuis van Zierikzee en kreeg koffie
met een bolus. Sommige auteurs vertelden op de universiteit nog nooit zo sjiek
vergaderd te hebben: ze gaven graag hun medewerking en schreven fraaie
overzichtsartikelen. Deze kroniek kreeg een stofomslag met de reproductie van een
schilderij van Theo Voorzaat. Oud-burgemeester van Zierikzee, mr. F.Th. Dijck-
meester. altijd sterk meelevend met de vereniging, verhaalde over de veranderingen
in het leven op Schouwen-Duiveland tussen 1939 en 1989. De economie,
monumenten en het verkeer kwamen langs. De veranderingen in het buitengebied
werden mooi vastgelegd in artikelen over de landbouw, natuur en landschap en de
dorpen. Voor het eerst werd achterin de kroniekbij uitzonderingde levensbeschrijving
van de auteurs opgenomen. Deze kroniek bereikte als geheel een wetenschappelijk
niveau.
Het hoge niveau in deze periode kwam tot stand door het netwerk van de redactie
leden, de goede samenwerking en de gezelligheid op de redactievergaderingen,
waarbij vooral Adriaan de Vin vaak op dreef was. Die vergaderingen werden bij
toerbeurt aan huis gehouden bij de redactieleden. Na de kroniek werd de 'chronique
11