adriaan willem simonsz. (ca. 1550-1597)
Admiraal van zierikzee
door dr. Adri R van Vliet
Inleiding
Bij mijn onderzoek naar Zeeuwse vissers tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-
1648)1 stuitte ik in het Zeeuws Archief te Middelburg bij toeval op een zeer uitvoerige
boedelbeschrijving van de nagelaten goederen van de admiraal van Zierikzee:
Adriaan Willem Simonsz. Op 29 augustus 1597 overhandigde zijn weduwe Geertruid
van Boyemer in aanwezigheid van Nicolaas Willem Simonsz., mr. Maarten Willem
Simonsz., baljuw Adriaan Cornelis Willemsz., Karei van Boyemer, Caspar van den
Borcht en Vrouwelijn Willem Simonsdr. dit dikke pakket aan de weesmeesters van
Zierikzee. De boedelbeschrijving heeft de tand des tijds goed doorstaan; in de
zestiende eeuw opgemaakt te Zierikzee, in de negentiende eeuw overgebracht naar
Den Haag, voor cie Tweede Wereldoorlog naar Middelburg en in de twintigste eeuw
weer teruggekeerd naar het gemeentearchief van Schouwen-Duiveland. Dit archief
stuk geeft een mooi beeld van het boeiende leven van deze Zierikzeese admiraal.2
Privé en ambtshalve pendelde Adriaan Willem Simonsz. geregeld vanuit zijn
thuisbasis Zierikzee naar Middelburg, Vlissingen en andere steden in Zeeland,
Vlaanderen en Holland. Vooral in de jaren zeventig van de zestiende eeuw, toen hij
deel uitmaakte van de vloot van de Opstandelingen, was hij veel van huis. Bij de
meeste zeeslagen op de Zeeuwse stromen en bij amfibische operaties rond Leiden,
Zierikzee en Antwerpen was hij betrokken. Uiteindelijk schopte hij het tot admiraal
van Zierikzee en tot luitenant-kolonel in het Staatse leger. In dit artikel staat zijn
militaire carrière centraal. Daarnaast wordt stilgestaan bij zijn gezin en zijn andere
functies.
Geboorte en jeugd
Adriaan Willem Simonsz. werd hoogstwaarschijnlijk in Zierikzee aan de Noordzijde
van de (Oude) Haven geboren. Zijn vader Willem Simons Maartensz. (1498-1557)
was ambachtsheer van Stavenisse en Cromstrijen en behoorde tot de bestuursélite
van Zierikzee. Jarenlang maakte hij als raad, schepen, burgemeester of thesaurier
deel uit van het stadsbestuur. In 1545 stierf zijn vrouw Adriana van Duyveland.
Willem Simons Maartensz. had daarna een affaire met een van zijn dienstmeisjes
Aaltje Aalbrechtsdr. Uit deze verhouding werd rond 1550 Adriaan Willem Simonsz.
geboren.3
Het is onduidelijk of de jonge Adriaan in het huisgezin van zijn vader opgroeide.
Indien dit het geval was, werd hij opgevoed met zijn halfzusje Maria (1531-1557) en
zijn twee halfbroers Nicolaas (1540-1612) en Maarten (1542- Het waren deze
halfbroers die Adriaans weduwe in 1597 naar de weeskamer begeleidden. Zijn
andere halfboers en - zussen waren in Adriaans kinderjaren al getrouwd en het huis
uit. Zijn vader overleed in 1557 te Brussel. In datzelfde jaar heerste in Zierikzee de
pest, waaraan zijn twee halfzusjes Cornelia en Maria, zwager Jan Cornelis Ockers en
neefje Jacob bezweken.
Zijn vader heeft Adriaan nooit als 'gewoon' kind erkend en hij kon in 1557 daardoor
geen aanspraak maken op een kindsdeel uit zijn vaders erfenis. Eveneens kon hij als
bastaard niet tot een honorabel ambt worden geroepen. Slechts een legitimatie kon
19