deze belemmeringen wegnemen. Op zijn verzoek ondertekende Willem van Oranje
in mei 1574 te Dordrecht in naam van de koning en als stadhouder en kapitein-
generaal van Holland een oorkonde, waardoor Adriaan Willem Simonsz. alsnog
gewettigd werd. Dankzij deze legitimatiebrief werd hij achteraf als een wettige zoon
erkend en mocht hij ook 'erven in alle manieren off hij geboren waer in getrouwde
bedde'. Op het stadhuis van Zierikzee bevestigde zijn broer Cornelis Willem Simonsz.
(1529-1575), in het bijzijn van de burgemeester van Zierikzee, zijn zwager Cornelis
Ockers en vroedschapslid Quirijn Claas Eynoutsz., dat Adriaan zijn halfbroer was. Op
grond van deze verklaring kon hij nu ook aanspraak maken op een deel van zijn
vaders nalatenschap.
De motivering achter het geheel was dat Adriaan Willem Simonsz. vanaf het uitbreken
van de Opstand een trouw aanhanger van Willem van Oranje was en als admiraal
Beoostenschelde zich uitstekend inzette voor de belangen van de opstandelingen.4
Admiraal van Zierikzee
In de zomer van 1572 benoemde Willem van Oranje Lieven Jansz. Keersemaker tot
gouverneur van Zierikzee. De twintiger Adriaan Willem Simonsz. stelde hij aan als
admiraal van Zierikzee over de vloot Beoostenschelde.
Op 1 april 1572 hadden de Watergeuzen Brielle op de koninklijke troepen veroverd.
Deze actie luidde het begin in van de Opstand in Holland en Zeeland. Vlissingen
koos op 6 april de kant van Willem van Oranje. Steeds meer Hollandse en Zeeuwse
steden volgden dit voorbeeld. Ook op Brouwershaven, Zierikzee en de rest van
Schouwen en Duiveland wierpen de opstandelingen begerige blikken. Voor de
havens van Brouwershaven en Zierikzee kwamen regeringsgetrouwe oorlogsschepen
te liggen en er werden wachten ingesteld. Desondanks veroverden de opstandelingen
op 27 april 1572 Brouwershaven. Zierikzee bleef voorlopig nog trouw aan het
koninklijk gezag. Pas op 9 augustus verlieten de koninklijke troepen de stad en
kwam Zierikzee in het kamp van de opstan
delingen. Slechts Amsterdam, Goes, Middelburg
en Tholen bleven vooralsnog trouw aan Filips II.
De strijd in Zeeland spitste zich toe op het beleg
van het regeringsgetrouwe Middelburg en Goes.
De laatste plaats werd veilig gesteld door Christobal
de Mondragon. Hij slaagde erin het Goese
garnizoen te versterken en de belegeraars te
verdrijven.5 Diverse koninklijke pogingen om
Middelburg vanuit Bergen op Zoom en Antwerpen
te ontzetten mislukten. Keerpunten vormden de
Slag bij Lillo (1573) en de Slag bij Bergen op Zoom
(1574). Bij beide zeeslagen was de admiraal van
Zierikzee aanwezig. Tijdens het laatste zeegevecht
commandeerde Lodewijk van Boisot de
hoofdmacht van de Zeeuwse vloot, de Hollandse
admiraal Willem Blois van Treslong de rechterflank
en Adriaan Willem Simonsz. de linkerflank. De
koninklijke vloot onder viceadmiraal H. de Glymes
werd verpletterend verslagen, waarna Middel
burg zich op 22 februari 1574 overgaf aan de
Opstandelingen.6
Adriaan Willem Simonsz., admiraal
van Zierikzee, baljuw, rentmeester en
opperdijkgraaf van de Vierbannen
(ca. 1550-1597).
Foto: Nederlands Instituut voor Mili
taire Historie.
20