De Vierbannen in Duiveland waarover Adriaan Willem Simonsz. la/ige tijd baljuw, rentmeester en opperdijkgraaf was. Detail uit de kaart van delen van Zeeland. Zuid-Holland en West-Brabant, samengesteld naar de situatie uit de periode circa 1575-1625. CA Schouwen-Duiveland. Topografisch-bisloriscbe atlas, THA 0151 In zijn taak werd hij bijgestaan door een secretaris, penningmeester en rentmeester. Lange tijd vervulden Job Somer en later Cornelis Jansz. Gelderlant het penning meester- en Joos Eeuwoutsz. Teelinck het rentmeesterschap. Teelinck had tijdens het beleg van Zierikzee meerdere keren met gevaar voor eigen leven vanuit de stad brieven naar de vloot van de opstandelingen gebracht. Zonder toestemming van de Zierikzeese bestuurders mocht de baljuw geen justitiedienaars of administrateurs voor de waterstaatswerken aannemen. Om belangenverstrengeling te vermijden mocht Simonsz. niet deelnemen aan de verhuring van tienden en vis- of molen rechten. Om malversaties te voorkomen was het hem verboden de rekeningen af te horen van de armen, van de godshuizen en van gilden zonder aanwezigheid van de burgemeesters van Zierikzee. Onduidelijk blijft in hoeverre Adriaan Willem Simonsz. de functie van baljuw en opperdijkgraaf daadwerkelijk zelf uitoefende. Uit het bewaard gebleven archief materiaal betreffende de ambachtsheerlijkheid de Vierbannen ontstaat de indruk dat de rentmeester veel van de dagelijkse werkzaamheden verrichtte en dat Adriaan geregeld elders actief was. Zijn ambtsperiode stond vooral in het teken van herstel van Duiveland. De inundaties tijdens het beleg van Zierikzee hadden enorm veel schade opgeleverd. Dijken 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2010 | | pagina 27