G
Adriaan en Geertruid kregen ten minste vijf kinderen. Op 4 juli 1585 werd hun
dochter Petronella geboren. Zij trouwde op 24 februari 1609 met Jan Leendertse
Mogge, de penningmeester van Schouwen. Petronella overleed op 9 november
1625. Het tweede kind, Frederik, werd op 26 oktober 1586 gedoopt. Hij overleed op
jonge leeftijd. Willem was hun derde kind. Hij werd op 21 maart 1589 geboren. Latei-
werd hij Willem van der Muyden genoemd, naar de boomgaard 'De Muye' die zijn
vader in Nieuwerkerk bezat. Hij werd kapitein van een compagnie voetknechten.
Willem trouwde in 1616 met de Amsterdamse Catherina van Belle. Van Maximiliaan,
het vierde kind, is de geboorte- of doopdatum niet bekend. Hij overleed kort na zijn
vader in augustus 1597. Op 17 oktober 1597, na het overlijden van Adriaan, werd
Adriana geboren. Het meisje overleed binnen een jaar op 3 augustus 1598. Daarnaast
had Adriaan nog een buitenechtelijke dochter Abigaël Adriaens. Zij ging op 29
januari 1589 in ondertrouw met de Zierikzeese metselaar Job Michielsz.20
Kapitein in het Staatse leger
Een jaar na zijn huwelijk, terwijl hij nog als baljuw van de Vierbannen in functie was,
keerde Simonsz. terug naar het militaire bedrijf. Hij werd luitenant-kolonel van een
nieuw op te richten compagnie. Op 6 januari 1582 begon hij met de opbouw van een
vendel voetknechten. Binnen twee maanden kon commissaris Guijbernardt bij het
kasteel van Sint Maartensdijk op Tholen al 61 man monsteren. Hij controleerde de
wapens van de soldaten, waar zij vandaan kwamen en op hoeveel soldij zij recht
hadden. In oktober was de sterkte van het vendel uitgegroeid tot 113 manschappen.
Een jaar later was zijn vendel op de volle sterkte van tweehonderd man en gelegerd
in de stad Tholen. Zelfwas Simonsz. niet altijd aanwezig. Hij liet dan de dagelijkse
gang van zaken over aan zijn luitenant.21
In 1583 koos Simonsz. definitief voor een carrière in het Staatse leger en diende hij
bij de magistraat van Zierikzee zijn ontslag als baljuw van de Vierbannen in. Zijn
bevelen ontving hij voortaan hoofdzakelijk van de Staten van Zeeland of van de Raad
van State. Zij bepaalden waar hij zijn troepen moest legeren en bij welke operaties
zij werden ingezet. In 1584 be-
richtte de magistraat van Tholen
aan de Zeeuwse Staten dat er on
voldoende bedden op het eiland
voorradig waren om alle soldaten
te kunnen laten slapen. Simonsz.
kreeg opdracht naar Schouwen en
Duiveland te gaan om daar de
bewoners te bewegen hun bedden
af te staan. Als argument kon hij
gebruiken dat Tholen gevaar liep
door de vijand te worden veroverd.
Alleen 'uitgeruste' soldaten konden
dit voorkomen.22
Betaling aan luitenant-kolonel Adriaan
Willem Simonsz. voor zijn compagnie.
ZA Middelburg, Rekenkamer, inv.nr. 6250
(12e rekening van Jacob Valcke, 14e
summa, acquilten, 1594-1595)
-33
3?
<7? 396 -
lr 1
1 M
fwcCs, ^ró\^fcv-T+, Y\U y-X-o
t-f -o
J y G <f31"
I -tifffyi/ce*I a -O
L_°T (Vvi
L 7
bG,:.,,...
A
27